Slot Bussemakers HO-tour: Het nieuwe toverwoord is flexibel, flexibel, flexibel

Wat blijft er hangen na de tour van minister Bussemaker langs universiteiten en hogescholen? Op de slotbijeenkomst zong vooral het nieuwe toverwoord rond: flexibel, flexibel, flexibel.

De slotbijeenkomst van de HO-tour vond gisteren plaats in een mooie oude fabriek: een opvallende keuze, gezien de klachten over het doorgeslagen rendementsdenken en de bedrijfsmatige aanpak van bestuurders aan hogescholen en universiteiten.

Bussemakers tour was bedoeld om ideeën te verzamelen over de toekomst van het hoger onderwijs door te spreken met studenten, docenten en bestuurders. Maar in de fabriek waren hoegenaamd geen docenten aanwezig, afgezien van een paar bestuurders die soms ook een dagje lesgeven en aarzelend hun hand opstaken toen de presentatrice ernaar vroeg.

Er waren ook weinig studenten. De Landelijke Studenten Vakbond was vanzelfsprekend paraat, net als het Interstedelijk Studenten Overleg. Ook zaten de drie winnaars van een essaywedstrijd die minister Bussemaker had georganiseerd in de zaal. Maar dat was het. “Het zijn dezelfde mensen die we het hele jaar door tegenkomen”, smaalde LSVb-voorzitter Tom Hoven.

De aanwezige studenten waren allemaal groot voorstander van ‘flexibiliteit’ in het onderwijs: makkelijker bijvakken aan andere onderwijsinstellingen volgen, een eigen route uitstippelen en de eigen interesse volgen. Een van de essays vergeleek het hoger onderwijs met een baby die ronde en vierkante vormen door een deksel probeert te duwen. De deksel kan ook open, was de clou. Overigens hadden slechts 67 studenten een essay ingestuurd en de onafhankelijke jury was naar eigen zeggen gechoqueerd door het grote aantal taal- en spelfouten.

Maar de roep om flexibiliteit sloeg aan bij de aanwezige bestuurders en beleidsmedewerkers, en vooral ook bij de minister zelf. Het zoemde van maatwerk, individuele talentontplooiing en ‘chaos hanteerbaar maken’.

Hoe zich dat verhoudt tot bijvoorbeeld het bindend studieadvies en het vervallen van tentamenuitslagen bleef onduidelijk. En als studenten hun eigen curriculum samenstellen, hoe weet je dan wat het waard is? Je wordt niet zomaar natuurkundige, daarvoor moet je echt bepaalde vakken volgen. Minister Bussemaker liet zich op zulke punten niet uit de tent lokken en verwees naar de ‘strategische agenda’ die ze aan het schrijven is.

Maar fundamentele bezwaren leek alleen voorzitter Karl Dittrich van universiteitenvereniging VSNU te hebben. “Het is voor mij een brug te ver”, zei hij, en hij brak een lans voor de academische gemeenschap, het vormen van een community. Die community zou je verliezen als studenten allemaal hun eigen weg moeten zoeken. Het ideaal van flexibiliteit is erg individualistisch.

Tom Hoven wist er wel iets op en gebruikte een oude politieke truc. Moet er misschien een pilot komen om flexibiliteit in het hoger onderwijs uit te proberen? Daar heeft de universiteitenvereniging goede ervaringen mee, zei hij met een knipoog naar het ‘experiment’ met de student-promovendi waaraan sommige universiteiten willen meedoen. Hoven: “Dan gaan we gewoon best practices verzamelen voor we het landelijk uitrollen!”

Het was een plaagstoot, maar minister Bussemaker nam het serieus en noemde een pilot “wel een idee”. Hoven en Dittrich kregen toen even de slappe lach, terwijl Bussemaker stoïcijns door bleef praten. Ze kregen hun gezicht snel weer in de plooi.

En de docenten dan, die er niet bij waren? Wat moesten die doen in het toekomstige hoger onderwijs? Het vuur bij de studenten aanwakkeren, natuurlijk. Daar moesten ze ook het vertrouwen voor krijgen. Luc Soete van de Universiteit Maastricht sputterde tegen dat dit helemaal geen taak van docenten is en dat studenten bij elkaar het vuur moeten aanwakkeren – zoals in Maastricht bij het probleemgestuurd onderwijs zou gebeuren. Iemand van de studentenvakbond zei dat je het vuurtje ook kunt aanwakkeren met goede begeleiding, en daar kon niemand tegen zijn.

Maar zal dat studenten tot tevredenheid stemmen? Een van de aanwezige studenten, tweede in de essaywedstrijd, werd in zijn studie “niet uitgedaagd”, zei hij zelf. Zou hij willen dat een docent bij hem het vuur aanwakkerde, vroeg de presentatrice. “Dat zou wel makkelijk zijn”, was zijn antwoord.

Advertentie