Snottebel geeft goede infectiekweek

Met nieuwe analysemethoden is het niet meer nodig dat er een wattenstaafje in de keel van een kind wordt gestoken om een monster af te nemen. Een zakdoek met snot volstaat.

Aan een stukje kinderleed kan een einde komen. ‘Bij kinderen met een bovenste luchtweginfectie is een kweek van een snottebel afgenomen met een zakdoek net zo betrouwbaar als de standaardmethode met een wattenstaaf,’ stelt Menno van den Bergh, een aankomend dokter in de immunologie in zijn proefschrift dat hij onlangs verdedigde. In de toekomst hoeft een moeder dan alleen nog maar een volle kinderzakdoek mee te nemen naar de dokter.

Tot nu toe steken huisartsen bij een infectie na het meten van de temperatuur en het onderzoek van oor, keel en longen bij twijfel een staafje in de keel of de neus van hun patiëntje. Ze willen zo een kweek afnemen in de keel om te laten onderzoeken in het ziekenhuislaboratorium. In de keel zitten de meeste pneumokokkenbacteriën en is een afname dus het meest betrouwbaar.

Het kweekje moet uitsluitsel geven of er een gevaarlijke variant tussen zit, waartegen de inentingen niet beschermen. Als het om kweken voor luchtweginfecties gaat, rechtvaardigt het doel tot nu toe nog vaak de middelen. Nog steeds zijn hersenvliesontsteking en longontsteking immers wereldwijd doodsoorzaak nummer één onder kinderen jonger dan vijf jaar.

Van den Bergh gebruikte moderne verfijnde analysemethoden op snottebellen en slaagde er zo in de invloed van twee vaccins voor pneumokokken te bepalen. Volgens hem zijn kweken met snottebellen bij de huidige analysemethoden wel goed genoeg om te achterhalen met welke pneumokokbacterie een ziek kind besmet is.

Advertentie