Nieuwe samenwerking tussen Hospi Housing en woningcorporaties
Sociale huurders kunnen makkelijker een student in huis nemen
Misschien zijn de kinderen uit huis gegaan, misschien gebruik je gewoon niet erg veel ruimte. Dan kan het gebeuren dat je als sociale huurder eigenlijk een kamer te veel hebt. De stap naar een kleinere woning kan dan niet altijd meteen gemaakt worden. Tot voor kort was het erg ingewikkeld om zo’n extra kamer (tijdelijk) te verhuren aan iemand, hoewel er genoeg kamerzoekende studenten om staan te springen.
Bij sommige huurders stonden de wooncorporaties het simpelweg niet toe, andere huurders waren bang dat ze toeslagen mis zouden lopen of problemen met de belastingdienst zouden krijgen. Door de samenwerking met Stus kan Hospi Housing hen vanaf nu hierin begeleiden. Onderverhuren is als sociale huurder namelijk wel degelijk mogelijk.
Hospi Housing
Toen Daan Donkers voor zijn scriptie afreisde naar Colombia, woonde hij een tijdje bij een hospita. Dat zette de toenmalige UU-masterstudent Internationale Betrekkingen aan het denken. Kan het delen van woningen een oplossing zijn voor de woningnood onder studenten?
Met twee vrienden, Joost Bokkers en Maurits Barendregt, richtte hij in 2019 Hospi Housing op. Op dit platform kunnen zowel hosts en kamerzoekenden zich aanmelden. Hospi Housing zoekt eerst uit of de kamer geschikt is voor verhuur. Vervolgens worden host en huurder aan elkaar gekoppeld op basis van bepaalde voorkeuren, zoals leeftijd, geslacht en taal. Na een kennismakingsgesprek wordt besloten of het echt een ‘match’ is.
De afgelopen jaren richtte Hospi Housing zich alleen op hosts met een particuliere huur- of koopwoning. Door de samenwerking met STUW kunnen nu ook mensen met een sociale huurwoning op het platform terecht. “We zagen veel potentie bij deze groep mensen. Er zijn veel kamers waar nu eigenlijk niets mee gebeurt. Bovendien kunnen deze mensen behoefte hebben aan meer reuring in huis, of ze vinden het fijn om een extra zakcentje te verdienen. Maar veel mensen willen vooral gewoon iemand helpen”, legt Donkers uit.
Na een geslaagde pilot van september 2021 tot augustus 2022, werd geconcludeerd dat er genoeg interesse was onder sociale huurders. Ook de obstakels vielen mee. “Het is wel een hoop gedoe om alles te regelen met de corporatie en de gemeente. Maar omdat wij mensen daar nu op grote schaal bij kunnen begeleiden, is dat goed te doen”, vertelt Donkers.
Een onderdeel van de samenwerking is dat de corporaties informatie over Hospi Housing verstrekken aan hun huurders. Stuw en Hospi Housing hebben daarnaast afspraken over de huurprijzen voor onderhuurders gemaakt. Die moeten tussen de 250 en 450 euro per maand bedragen.
Internationals
De kamerzoekenden vinden Hospi Housing vaak op eigen initiatief. “De kamernood is nou eenmaal zo hoog, dat mensen het internet afspeuren naar elke optie,” zegt Donkers. Bovendien werkt Hospi Housing inmiddels samen met de meeste onderwijsinstellingen. Elke student kan het platform gebruiken, maar in de praktijk blijkt het merendeel internationaal. Zij zoeken immers vaak een kamer voor een beperkte tijd. Veel hosts vinden dat prettiger.
Bovendien heeft wonen bij een hospes of hospita onder veel Nederlandse studenten een beetje een ‘grijs imago’, verklaart Donkers. “Nederlandse studenten hebben vaak hogere eisen dan internationals. Die willen vaak het liefst ‘gewoon’ in een studentenhuis in het centrum wonen. Buitenlandse studenten hebben die behoefte minder. Zij vinden bij een host wonen ook vaak veel normaler. Maar iedereen mag zich bij ons aanmelden.”
In piekperiodes melden vijftig studenten zich per dag aan op Hospi Housing. Het platform begon in Utrecht, maar koppelt inmiddels hosts en studenten in heel Nederland. De samenwerking met Stuw is een mooie stap, vindt Donkers, maar hij ziet nog meer mogelijkheden in Utrecht. “Kijk maar naar alle mensen die een kamer verhuren op AirBnB. Nu de regels daar strenger voor worden, kan het huisvesten van een student een goed alternatief zijn. Ik hoop dat we het concept van woningdelen nog meer kunnen normaliseren. Dat kan echt de oplossing van de woningnood zijn. Met het bouwen van nieuwe woningen komen we er niet.”