SP wil nieuwe stufi in de startblokken zetten

Tweede Kamerlid Frank Futselaar schrijft alvast een wetsvoorstel voor een nieuwe studiebeurs. Foto: Tweede Kamer

Het valt niet mee om een wetsvoorstel te schrijven, merkte Futselaar de afgelopen maanden. Zelfs niet als je alle medewerking van het ministerie krijgt. “Ik kreeg van de ambtenaren steeds weer nieuwe keuzes voorgelegd”, vertelt hij.

Een nieuwe wet kost nu eenmaal tijd. Als het volgende kabinet er na de verkiezingen pas aan begint, zou het dus zomaar een paar jaar kunnen duren voordat de studiefinanciering is aangepast. En dat wil de SP’er voorkomen. Het liefst zou Futselaar zien dat studenten al in september 2021 een beurs krijgen – nog los van hoe die beurs eruit gaat zien.

Op de schop
Want het kan eigenlijk niet anders of de studiefinanciering gaat op de schop. In de Tweede Kamer steunt alleen de VVD het huidige leenstelsel nog. Alle andere partijen (ook voormalig pleitbezorgers PvdA, D66 en GroenLinks) willen linksom of rechtsom weer een studiebeurs invoeren.

Dus legt Futselaar alvast de fundamenten. Hij heeft een wetsvoorstel vol variabelen gemaakt. Als de Eerste en Tweede Kamer ermee instemmen, kan het volgende kabinet die variabelen gewoon invullen. Voor elk compromis is er dan een wettelijk kader.

Dit is de kern: studenten kunnen straks een beurs krijgen met een basisdeel en een aanvullend deel. Hoe hoog die bedragen worden? Dat moet de volgende coalitie uitmaken. In principe kan het basisdeel zelfs nul euro zijn, zodat er alleen een aanvullende beurs komt.

Invullen
En hoe hoog wordt die aanvullende beurs dan? Wanneer krijg je die? Wat wordt de rente op studieleningen? Hoe hoog wordt de compensatie voor de studenten van de afgelopen jaren? Het komende kabinet kan alles zelf invullen. Ook kan er desgewenst weer een onderscheid komen tussen uitwonende en thuiswonende studenten.

“Het is echt een praktische wet”, zegt Futselaar. “Voor de duidelijkheid: de SP wil graag een basisbeurs en aanvullende beurs, met een ruimhartige compensatie voor studenten van het huidige leenstelsel. Maar dit wetsvoorstel maakt alle varianten mogelijk.”

Wat maakt dit dan een SP-voorstel? “Het dwingt partijen om zich uit te spreken voor een verandering”, zegt Futselaar. “Willen ze echt van het leenstelsel af? Dan is er geen goede reden om dit wetsvoorstel tegen te houden.”

Bovendien heeft hij alvast enkele keuzes gemaakt. Zo blijft de ov-studentenkaart voor mbo-studenten overeind. “Ik denk dat niemand daar vanaf wil.” Ook behouden studenten met een functiebeperking hun gift van 1.200 euro bij afstuderen. Zij kunnen minder makkelijk een bijbaan nemen.

Uitvoering
De grootste hobbel voor een snelle invoering is de uitvoering: kan de Dienst Uitvoering Onderwijs het aan? “De nieuwe regering moet dat vooraf toetsen, anders kun je problemen krijgen. Maar het ligt eraan hoe ingewikkeld je het maakt. Als je bijvoorbeeld geen onderscheid gaat maken tussen uitwonende en thuiswonende studenten, dan hoeft DUO daar dus niet op te letten.”

Overigens kan het kabinet volgens dit wetsvoorstel maar één keer zelf de variabelen invullen (via een ‘algemene maatregel van bestuur’). Daarna zou er weer een wetswijziging voor nodig zijn. “Ik wil de Tweede Kamer niet voor altijd buitenspel zetten bij het verhogen of verlagen van een studiebeurs”, zegt Futselaar.

Hoe snel zijn wetsvoorstel behandeld wordt, is even afwachten. “De Raad van State moet er ook nog iets van vinden.” Hij hoopt dat het allemaal nog voor de verkiezingen lukt, en anders tijdens de komende coalitieonderhandelingen.

Docent
Het is de vraag of hij zijn eigen wetsvoorstel nog gaat verdedigen. De voormalige hbo-docent had aangekondigd dat hij na de verkiezingen niet meer terug wilde keren in de Tweede Kamer. “Ik wil heel graag weer het onderwijs in.” Maar nu staat hij toch op nummer 19 van de SP-lijst. “Dat is een compromis met de partij voor als we straks een grote fractie hebben, maar het liefst word ik weer docent.”

Advertentie