SP wil Raden van Toezicht hoger onderwijs afschaffen
Geïnspireerd door de eisen van de Maagdenhuisbezetters wil SP-Kamerlid Jasper van Dijk bestuurders in het hoger onderwijs rechtstreeks laten kiezen en raden van toezicht afschaffen. D66 en PvdA reageren afwachtend.
SP-Kamerlid Jasper van Dijk presenteerde zijn plannen in Amsterdam, tijdens het Festival der Wetenschappen van actiegroep De Nieuwe Universiteit. De meeste voorstellen klinken bekend: minder overhead, minder management, geen selectie aan de poort, geen diplomafinanciering, inperking van het grote aantal tijdelijke aanstellingen en bescherming van kleine studies.
Nieuw zijn Van Dijks voorstellen om instellings- en faculteitsbesturen voortaan elke vier jaar rechtstreeks te laten kiezen door studenten en personeel. De raden van toezicht mogen wat hem betreft bij het grofvuil. Hij vindt het vreemd dat de leden van deze raden worden voorgedragen door dezelfde bestuurders die door hen worden gecontroleerd, benoemd, ontslagen en gesalarieerd. Hun taken kunnen volgens Van Dijk beter worden overgeheveld naar de gekozen centrale medezeggenschapsraad van de instelling. Die krijgt instemmingsrecht op alle belangrijke besluiten, mag referenda uitschrijven en falende bestuurders wegsturen.
Van Dijk bereidt zich voor op het parlementaire debat dat half mei zal worden gevoerd over het Maagdenhuis. Hij had zijn plannen al twee keer besproken met de actievoerders, die opnieuw enthousiast reageerden. Maar of hij ook voldoende steun in het parlement zal krijgen staat nog te bezien.
Aan het debat deden behalve Van Dijk alleen de Kamerleden Paul van Meenen (D66) en Mei Li Vos (PvdA) mee. De laatste is woordvoerder wetenschappelijk onderzoek. Ze wilde niet gedetailleerd ingaan op de voorstellen om het bestuur te decentraliseren en democratiseren omdat die onderwerpen bij de portefeuille van haar collega Mohammed Mohandis behoren.
Van Meenen benadrukte dat ook D66 de zeggenschap van studenten en medewerkers wil versterken en dat het de taak van de Tweede Kamer is om dit wettelijk goed vast te leggen. “Bestuurders moeten geen andere mogelijkheid meer hebben dan te luisteren naar studenten en docenten.” Maar in een gekozen bestuur ziet hij weinig. “Het voorbeeld van Leuven wordt voortdurend aangehaald, maar als er ergens een dictatoriale rector is dan is het wel in Leuven. Verkiezingen zijn geen garantie voor goed bestuur.”
Hij zou nog eerder pleiten voor gekozen raden van toezicht, maar voegt daaraan toe dat kritisch gekeken moet worden naar hun rol. Als ze zo onzichtbaar zijn als de raad van toezicht de Universiteit van Amsterdam de afgelopen tweeëneenhalve maand was, kunnen ze wat hem betreft net zo goed verdwijnen. Wel waarschuwde hij dat de minister haar toezichthoudende rol dan zal willen versterken. “Dat is ook niet iets waar je op zit te wachten.”