Sportcentrum Olympos nog steeds in zwaar weer
Olympos heeft een structureel tekort van 250.000 euro. Met de financiële reserves kan het sportcentrum het nog maar een jaar uitzingen. De bedrijfsvoering wordt opnieuw tegen het licht gehouden.
Hoewel de universiteit de subsidie van Olympos dit jaar met 3 ton verhoogde naar 1,3 miljoen euro, houdt het sportcentrum een structureel tekort van 250.000 euro. Binnen een half jaar moet duidelijk zijn welke maatregelen genomen gaan worden om de Utrechtse studentensport betaalbaar te houden.
Sportcentrum Olympos verkeert al enkele jaren in de problemen. Volgens directeur Jules Vereecken ontstonden de tekorten in 2010 toen de subsidie met twee ton daalde, de huur met drie ton steeg en de onderhoudskosten met twee ton omhoog gingen. De afgelopen jaren sneed hij daarom in zijn personeelsbestand en bezuinigde hij op de exploitatie van het complex. “Met een begroting van drie miljoen ben je als zelfstandig bedrijf genoodzaakt ingrijpend te veranderen.”
In 2012 was er nog sprake van dat de UU Olympos zou overnemen. Toen uit een extern advies bleek dat het zelfstandige sportcentrum goed functioneert, kwam de universiteit terug op het voornemen om Olympos te insourcen. Besloten werd de subsidie structureel te verhogen.
De Hogeschool Utrecht en de Universiteit Utrecht wilden zich daarnaast nauwer verbinden aan Olympos. In augustus kwam er daarom een nieuw bestuur van de zelfstandige stichting Mesa Cosa die het sportcentrum exploiteert. Dat bestaat nu uit drie medewerkers van hogeschool en universiteit, een lid namens de sportraad van sportende studenten en een voorzitter.
In dat bestuur zit ook Leon van de Zande, die als directeur Onderwijs & Onderzoek bij de UU verantwoordelijk is voor de geldstromen naar Olympos. Van de Zande kan nog niets zeggen over plannen om het tekort weg te werken. “Het bestuur voert momenteel gesprekken met vertegenwoordigers van de studentensport, met mensen van Olympos en andere betrokkenen en kijkt kritisch naar de bedrijfsvoering. Vervolgens stelt het bestuur een visie op. Die is naar verwachting binnen een half jaar klaar is en moet leiden tot een gezonde bedrijfsvoering en een nieuw elan.”
De situatie is echter lastig. Zo lopen de inkomsten van de fitnessruimte, die nog niet zo lang geleden werd uitgebreid, enorm terug. Waar een aantal jaren geleden nog duizend studenten een fitnessabonnement hadden, zijn dat er nu zeshonderd. Oorzaak is de moordende concurrentie van prijsvechters op de fitnessmarkt. “Wij zijn echt niet duurder”, zegt Vereecken. “Maar als je als student om de hoek een Basic Fit hebt, ga je natuurlijk niet naar De Uithof fietsen.”
De opbrengsten van verhuur van sport- en vergaderruimte blijven volgens Vereecken beperkt. Ook hier staan de prijzen onder druk door concurrentie. Bovendien zitten er grenzen aan de commerciële mogelijkheden van het sportcentrum. Het bedienen van de Utrechtse studenten is immers de hoofdtaak van Olympos.
Olympos probeert op dit moment wel overeenkomsten te sluiten met grote bedrijven op het Science Park Utrecht. Zo wordt er met de nieuwe buur, het onderzoekscentrum van Danone, gesproken over abonnementen voor de medewerkers van dat bedrijf.
Ook loopt er een onderzoek naar de haalbaarheid van een all-in sportkaart, waarbij studenten en medewerkers één keer betalen en vervolgens van heel het sportaanbod gebruik kunnen maken. “In andere universiteitssteden is zo’n all-in sportpas al gewoon”, zegt Vereecken. “De invoering daarvan zal moeten betekenen dat er meer inkomsten worden gegenereerd en er meer studenten komen sporten.”
Verder zou snijden in het sportassortiment volgens Vereecken soelaas kunnen bieden. Olympos betaalt nu bijvoorbeeld mee aan de accommodatie van verenigingen die niet in De Uithof zijn gevestigd.
De Universiteit Utrecht en het Olympos-bestuur moeten echter beslissen hoe ze de financiële nood te lijf gaan. Over een half jaar zal daar dus meer duidelijkheid over komen. O&O-directeur Leon van de Zande benadrukt daarbij dat er weloverwogen voor behoud van de zelfstandige stichting Mesa Cosa is gekozen en dat er geen reden is om daar van af te wijken.