Steeds meer joint programmes met buitenlandse universiteiten
Nederlandse en buitenlandse universiteiten bieden steeds vaker gemeenschappelijke onderwijsprogramma’s aan. Als het ministerie de regels versoepelt, kunnen het er nog veel meer worden, verwacht universiteitenvereniging VSNU.
De tweejarige master Nederland-Duitsland Studies is een voorbeeld van een gemeenschappelijke opleiding. Het eerste jaar studeren de Nederlandse en Duitse studenten samen in Nijmegen en het tweede jaar in Münster, bij het Zentrum für Niederlande Studien van de Wilhelms Universität. Ze krijgen een gemeenschappelijk masterdiploma namens de deelnemende universiteiten (joint degree).
In 2012 waren er 147 joint programmes tussen bachelor-, master en promotie-opleidingen, en nu zijn er al 220. Het grote voordeel is volgens de universiteiten dat studenten goed worden voorbereid op de internationale arbeidsmarkt. Afgestudeerden kunnen behalve een joint degree ook meerdere diploma’s van iedere afzonderlijke instelling krijgen: het zogeheten double of multiple degree.
Helaas werkt de wet- en regelgeving niet erg mee, schrijft de VSNU in een zojuist verschenen rapport. Een simpeler accreditatiestelsel zou een goede verbetering zijn, net als een vereenvoudiging van de bekostigingsafspraken. Een ander knelpunt is dat de meeste Nederlandse masteropleidingen eenjarig zijn, terwijl ze in andere landen gewoonlijk twee jaar duren.
Toch is de VSNU is optimistisch: het ministerie van Onderwijs werkt aan wetsvoorstel waarin een aantal knelpunten uit de weg zal worden geruimd.