Steun voor studerende topsporter
Dagelijks op college verschijnen is moeilijk te combineren met een sportcarrière. Ook voor bijbaantjes hebben topsporters weinig tijd. Hogescholen en universiteiten gaan het hun iets makkelijker maken.
Weinig topsporters krijgen het voor elkaar naast hun carrière ook nog een opleiding te volgen. Het onderwijs is volgens sportkoepel NOC*NSF niet flexibel genoeg en de sportprestaties worden niet voldoende erkend. Daarnaast maakt de sportkoepel zich zorgen over het kabinetsplan om de basisbeurs af te schaffen. Sporters zouden door die maatregel “buitenproportioneel” hard worden geraakt, omdat zij langer studeren en geen tijd hebben voor bijbaantjes.
Tijd voor actie dus. Maandag tekent het NOC*NSF met tien universiteiten en elf hogescholen in het Utrechtse Academiegebouw een plan dat het sporters makkelijker moet maken een studie te volgen.
De instellingen beloven onder meer dat het onderwijs voor deze studenten flexibeler wordt, zodat ze hun colleges en toetsen om wedstrijden en trainingen heen kunnen plannen. Verder stellen hogescholen en universiteiten een topsportcoördinator aan om de begeleiding in goede banen te leiden. De sportkoepel op zijn beurt gaat ‘kennisbijeenkomsten’ organiseren, zodat studieadviseurs beter weten hoe ze topsporters moeten begeleiden.
Verder is NOC*NSF van plan de minister van Onderwijs nog eens te wijzen op de problemen die studerende topsporters krijgen als de basisbeurs wordt afgeschaft. Of deze lobby nu wel of geen effect sorteert: de sportkoepel gaat meer zijn best doen om Nederlandse en Europese fondsen aan te boren die de topsporters kunnen helpen hun opleiding te bekostigen.
Het actieplan spreekt ook de sporters aan op hun verantwoordelijkheid: zij moeten goed nadenken over hun studiekeuze en duidelijke afspraken maken met hun studiebegeleider en topsportcoördinator over de planning.