Strategisch Plan: De Universiteit Utrecht wil de wereld beter maken
Elke Utrechtse student krijgt in zijn studie met duurzaamheid te maken en onderzoekers zoeken nauwer contact met relevante partners binnen de samenleving. Maatschappelijke betrokkenheid staat de komende jaren hoog op de agenda van de universiteit. Het is een kernpunt in het Strategisch Plan van de universiteit dat vandaag gepresenteerd wordt.
Het nieuwe Strategisch Plan Universiteit Utrecht 2016-2020 (pdf) staat vol ambities. De universiteit richt zich op maatschappelijke problemen, krijgt een internationale pluriforme gemeenschap, verzorgt kleinschalig intensief onderwijs gericht op de arbeidsmarkt , werkt in zowel onderwijs als onderzoek interdisciplinair en blijft hoog scoren op de ranglijsten van beste onderzoeksuniversiteiten.
Maar anders dan vier jaar geleden zijn de ambities niet heel concreet geformuleerd. Destijds maakten de prestatieafspraken met het ministerie van OC&W integraal deel uit van het Strategisch Plan. “Nu is het een plan op hoofdlijnen”, vertelt collegevoorzitter Marjan Oudeman. “In dit plan geven we een aantal ambities en kaders waarmee we ook een bepaalde sfeer en cultuur willen omschrijven.”
Het College van Bestuur wil bewust de zaak niet vastspijkeren met doelstellingen en criteria. De inzet is om medewerkers en studenten ruimte en vertrouwen te geven, aldus Oudeman. “Wij kiezen voor samenwerken in communities. Dat betekent dat we geen blauwdruk voorleggen, maar samen op zoek gaan naar de juiste weg binnen de door ons geformuleerde ambities. Faculteiten en diensten gaan zelf een eigen Strategisch Plan opstellen waarin ze eigen accenten kunnen zetten.”
De omvang van de ambities is volgens Oudeman de grootste uitdaging voor de komende jaren. “Bij al onze ambities is de neiging al snel om meer, meer, meer te willen doen. Maar het is niet de bedoeling dat iedereen er een heleboel taken bijkrijgt. We zoeken vooral naar andere en efficiëntere werkwijzen. Dat betekent ook dat we prioriteiten moeten stellen, keuzes moeten maken en bepaalde thema’s moeten laten liggen. Het moet allemaal haalbaar zijn.”
Al jaren wordt geroepen dat Nederlandse universiteiten zich meer van elkaar moeten onderscheiden. Ze lijken allemaal zoveel op elkaar. Hoe verhoudt dit Strategisch Plan zich met de plannen van andere instellingen?
Marjan Oudeman vindt dat Utrecht zich wel degelijk onderscheidt. “We opereren allemaal in hetzelfde krachtenveld. En alle universiteiten vinden zo ongeveer dezelfde dingen belangrijk. Maar toch vind ik dat we in Utrecht wel iets unieks hebben. Het lukt ons relatief vaak om beloftes echt waar te maken. De universiteit doet wat ze belooft. Kijk naar interdisciplinariteit. Als brede universiteit slagen wij er binnen onze strategische thema’s en focusgebieden in om werkelijk dwarsverbanden te leggen tussen vakgebieden. Daarin lopen we echt voorop. Ook ons onderwijsmodel werkt goed. De uitval is in Utrecht laag en het rendement hoog.”
De meerwaarde van het Utrechtse diploma
Bij het maken van het Strategisch Plan heeft het bestuur gekeken naar de universiteit van de toekomst. Wat verandert er in een wereld waarin het hoger onderwijs steeds internationaler, digitaler en concurrerender wordt en steeds hogere eisen worden gesteld aan afgestudeerden? Oudeman: “Onze leidraad was telkens de vraag: als iemand in Utrecht gestudeerd heeft, welke meerwaarde heeft dat Utrechtse diploma dan?”
Volgens het plan vergaart de Utrechtse student kennis en maakt hij zich vaardigheden eigen die hij kan gebruiken op de arbeidsmarkt. Hij krijgt een brede opleiding met goede (digitale) faciliteiten op de campus. Maar hij krijgt ook intensieve werkgroepen met diepgang, maakt al vanaf het begin van de studie kennis met het onderzoek en wordt gestimuleerd maatschappelijk betrokken te zijn. In elke studie komt een student in aanraking met het thema duurzaamheid. Ook krijgt hij te maken met een internationale gemeenschap waarbinnen het omgaan met verschillende culturen centraal staat en kan hij kiezen voor een Engelstalige studie.
Oudeman: “Het gaat dus niet alleen om kennis, maar ook om persoonlijke vorming. En we vinden het belangrijk dat studenten maatschappelijk betrokken zijn. Een heel mooi voorbeeld is Dare to be grey. Deze groep studenten willen zwart-wit denken vervangen door discussie en ruimte voor genuanceerde standpunten.”
Volgens Oudeman zijn grootschalige onderwijshervormingen zoals de recente bachelor- en mastervernieuwingen voorlopig niet te verwachten. “De afgelopen jaren hebben we op het gebied van onderwijs veel werk verzet. Nu moeten we dat even rust gunnen. Het gaat het om verfijnen en verscherpen.”
Samenwerking is de basis
Ook in het onderzoek zal de universiteit zich meer gaan richten op het zoeken naar oplossingen voor maatschappelijke problemen. Er zijn nu vier strategische thema’s en elf focusgebieden. Dit zijn allemaal interdisciplinaire onderzoeksgebieden met een duidelijke link naar maatschappelijke thema’s.
De universiteit gaat het contact met de samenleving versterken door het creëren van zogenaamde hubs. Voor elk strategisch thema komt er een platform waarin wetenschappers, maatschappelijke organisaties, bedrijven en ondernemers elkaar rondom een thema ontmoeten. Vanuit die hubs kunnen initiatieven ontstaan en onderzoeksvragen uitgewerkt worden.
Dit voorjaar was er binnen de universitaire gemeenschap een discussie over de vraag of de universiteit wel met elk bedrijf zou moeten willen samenwerken. De organisatie Fossil Free bijvoorbeeld pleit ervoor dat de universiteit de banden met Shell verbreekt.
Dat gaat niet gebeuren. Marjan Oudeman: “Natuurlijk moet je kijken naar de reputatie van een bedrijf en of de wetenschappers voldoende ruimte en vrijheid krijgen om daar op een goede manier mee te kunnen samenwerken. Mijn ervaring is dat innovaties binnen het bedrijfsleven meestal ook voortkomen uit een maatschappelijke behoefte. Het is juist goed om samen te werken. Ik vind het Advanced Research Center Chemical Building Blocks Consortium waarin onze hoogleraar Bert Weckhuysen participeert een goed voorbeeld. In deze groep werken onderzoekers en bedrijfsleven samen op het gebied van duurzame katalyse en brandstoffen. Dit is zowel wetenschappelijk topniveau als maatschappelijk uiterst relevant.”
De UU is van iedereen
De kerngedachte van het Strategisch Plan is volgens Oudeman dat intensievere samenwerking moet leiden tot een betere universiteit. “Wij willen graag dat studenten, medewerkers en alumni zich betrokken voelen bij de Universiteit Utrecht en niet alleen bij de studie. Dat kan wel wat beter. De kracht van de universiteit is de verbondenheid. Dat uit zich bijvoorbeeld in de keuze voor het interdisciplinair werken en het creëren van communities. De reputatie van de universiteit wordt bepaald door de verbondenheid van de onderdelen. Daarom willen universiteiten van Hong Kong en Toronto met ons samenwerken.”
Om het Strategisch Plan te realiseren zijn volgens het bestuur extra financiële middelen nodig. Daarnaast zal binnen de bestaande budgetten keuzes gemaakt moeten worden om ruimte te maken om plannen te kunnen uitvoeren.
Oudeman: “Ik hoop dat dit Strategisch Plan iedere student en medewerker inspireert om zich af te vragen welke eigen bijdrage hij of zij kan leveren. Zo gaan we samen werken aan een betere toekomst van de UU en van de wereld om ons heen.”
Concrete voorstellen uit het Strategisch Plan
- De communitygedachte staat centraal bij het inrichten van onze gebouwen en de campussen
- Alle studenten worden uitgedaagd verder te kijken dan hun eigen opleiding, universiteit en land
- Studenten met een grote verscheidenheid aan achtergronden (wat betreft gender, etniciteit, klasse, religie, seksualiteit,etc.) voelen zich welkom. Hiervoor start een programma diversiteit.
- Alle studenten komen tijdens in studie in aanraking met duurzaamheid
- Het aantal internationale studenten stijgt van 6 procent in 2015 naar 10 procent in 2020
- Elk strategisch thema heeft een 2020 een interdisciplinaire hub ingericht.
- Het aantal copublicaties met internationale partners groeit van 52 procent nu naar 60 procent in 2020.
- Het aantal science-based startups stijgt met 20 procent.
- Er komt een mobiliteitsprogramma voor niet-wetenschappelijk medewerkers
- Er komen meer functiecontracten.
- De universiteit gaat meer doen op het gebied van levenlang leren.
- De universiteit wil maatschappelijke betrokkenheid van studenten en onderzoeker beter waarderen.
- Het aantal vrouwelijk hoogleraren stijgt naar 27 procent (nu 22 procent) en het aantal vrouwelijk uhd’s naar 36 procent (nu 31 procent)