'Strategische thema's op weg naar de wereldtop'

De vier programmadirecteuren op een rij vlnr: Chantal Kemner, Bas van Bavel, Jos van Putten en Jacques Middelburg

De Universiteit Utrecht stopt de komende jaren 26,5 miljoen euro in vier strategische onderzoeksthema's. De wetenschappers krijgen veel vrijheid om het geld te besteden, maar na 3 jaar volgt een harde afrekening, aldus rector Bert van de Zwaan gisteren bij de presentatie van de 4 speerpunten. Ze moeten dan tot de wereldtop behoren. Er komt voor dit onderzoek een speciaal talentenprogramma.

In het Academiegebouw kwamen wetenschappers woensdag bijeen voor de kick off van de 4 strategische onderzoeksthema's waar de universiteit de komende jaren internationaal mee wil scoren. Vorig jaar zijn deze onderzoekspeerpunten bekend gemaakt. Het gaat om de thema´s Life Sciences, Duurzaamheid, Instituties en Jeugd & Identiteit.

Rector Bert van der Zwaan: “Wij zijn 5 jaar geleden begonnen om ons onderzoek onder te verdelen in vijftien interdisicplinaire focusgebieden. Die interdisciplinaire aanpak maakt ons onderzoek zo bijzonder. Daardoor wordt er in binnen- en buitenland met meer dan gewone belangstelling naar ons gekeken. Toen het rapport Veerman uitkwam, moesten universiteiten zich meer gaan profileren. Voor ons was dat reden om goed naar het onderzoek te kijken. Met deze 4 speerpunten kiezen we duidelijk voor de onderzoeksgebieden waarin Utrecht goed scoort maar tegelijkertijd zijn de vakgebieden zo breed, dat het recht doet aan de universiteit als brede researchuniversiteit.”

De eis is dus dat deze onderzoeksgroepen bij de wereldtop gaan behoren. Lukt dat wel in 3 jaar? Volgens Van der Zwaan is de eis voor deze groepen niet vreemd. “Zij zijn gekozen omdat ze al tot de top behoren. Dan is het niet gek om te vragen om die internationale toppositie zichtbaar te maken.”

De programmaleiders van de speerpunten kwamen rond de jaarwisseling met een enorm pakket voorstellen die in totaal 50 miljoen euro kosten. Het universiteitsbestuur koos er toen voor om de Er is beschikbare 26,5 miljoen euro eerlijk te verdelen over de 4 speerpunten. De onderzoeksgroepen kregen de opdracht binnen dat budget een concreet programma te maken.

Woensdag presenteerden de programmadirecteuren hun eerste opzet. “Waarom functioneert de ene samenleving beter dan de andere? En waarom lijken de verschillen eerder groter dan kleiner te worden”, vroeg Bas van Bavel, programmaleider van Instituties, zich af. Volgens hem heeft dat te maken met de manier waarop samenlevingen hun maatschappij inrichten. Hoe is de samenleving georganiseerd en welke normen en waarden gelden binnen die samenleving? Het onderzoeksprogramma Instituties wil kijken welk effect de inrichting van de samenleving heeft op de ontwikkeling. De onderzoekers doen dat zowel uit juridisch, sociologisch, historisch en ethisch oogpunt. Volgens Van Bavel is deze benadering internationaal uniek.

Programmaleider Chantal Kemner benadrukte dat Jeugd & identiteit nog relatief nieuw is. Maar liefst 6 faculteiten participeren en de aanpak lijkt op het oog heel breed. Zo kijkt men bij Geneeskunde naar de kwetsbaarheid van kinderen als het gaat om hun medische ontwikkeling, is er een project bij rechten over de positie van kinderen in het familierecht en is er bij Sociale Wetenschappen een project gestart om een groep kinderen voor langere tijd in hun ontwikkeling te volgen. De centrale vraag die al deze onderzoeken bindt, is volgens Kemner de vraag naar de factoren die bepalen of een ontwikkeling van kinderen voorspoedig of niet voorspoedig verloopt. Welke kinderen lopen risico op het ontwikkelen van problemen?

Duurzaamheid gaat zich volgens programmadirecteur Jacques Middelburg richten op de overgang naar een duurzame samenleving. Daarbij wil men niet alleen naar de technische en ecologische kant kijken, maar ook naar de economische en sociale aspecten. Het onderzoekspeerpunt zal zich concentreren op 3 deelgebieden. Dat gaat om de gezonde stad, het waterklimaat & ecomanagement en Energie & Resourcement. Die laatste is de grootste onderzoeksgroep, waarvan katalysatie een voorbeeld is. Het speerpunt wil met het extra geld vooral ook toppers naar Utrecht halen. Recent won Bert Weckhuijsen uit deze groep de Spinozaprijs.

Dat geldt ook voor Life Sciences. Programmadirecteur Jos van Putten vertelde dat de extra bijdrage van de universiteit voor dit speerpunt zo’n beetje één procent van het onderzoeksbudget is. Een schijntje dus. Met dit schijntje hoopt Van Putter topmensen aan te trekken, in de hoop dat dat een bijzondere, stimulerende werking heeft. Life Sciences zal zich vooral gaan bezig houden met kankeronderzoek, de regeneratieve cellen en volksgezondheid (Public Health).

Ook al noemt Life Sciences de subsicie een klein bedrag, Van der Zwaan zei dat het voor de universiteit een enorme investering is en dat deze extra bedragen wel degelijk voor een verschil kunnen zorgen. Hij wil dat een deel van het geld besteed wordt aan een talentenprogramma. Hij zocht nog naar een passende naam. Het idee is dat fellows die binnen dit programma voor één van de speerpunten aangesteld worden, dan de naam van dat programma kunnen dragen. De suggestie Anna Schuurman-fellow, werd sympathiek bevonden, maar viel af. Buitenlanders zouden weleens kunnen struikelen over de 'sch'. Iedereen die een geschikte naam voor het talentenprogramma heeft, kan zich melden bij de rector. Hij zei een aardige prijs beschikbaar te stellen.

Advertentie