Studenten blijven voor vereniging kiezen
Langstudeerboete en verscherpte bindende studieadviezen ten spijt, is het aantal studenten dat lid wordt van een vereniging stabiel gebleven. Dit blijkt uit een inventarisatie van de Landelijke Kamer van Verenigingen.
“We wisten niet goed wat we konden verwachten. Het heeft goed uitgepakt”, zegt Jan Boers, voorzitter van de LKvV. Het koepelorgaan van studentenverenigingen laat weten verheugd te zijn dat het aantal nieuwe leden bij studentenverenigingen met een half procent is gestegen.
De aanmeldingen bij verenigingen lopen vrijwel gelijk op met de stijging van het aantal nieuwe studenten dat zich inschreef bij een hogeschool of universiteit. Enschede springt eruit. Daar steeg het aantal inschrijvingen bij een studentenvereniging met 30 procent.
Toch was het volgens Boers niet zozeer het aantal aanmeldingen waar de verenigingen zich zorgen over maakten. “Mensen zullen altijd behoefte blijven hebben aan sociale contacten, een sociaal vangnet. Ongeacht de economische omstandigheden of studiedruk.” De acties tegen onder andere de langstudeerboete hingen vooral samen met de angst voor het wegvallen van vrijwilligers.
“Verenigingen draaien op vrijwilligers. Afgelopen jaar hoorden we dat het moeilijker werd mensen te vinden voor commissies of besturen. Een langstudeerboete van ruim 3000 euro staat zeg maar gelijk aan een jaar kamerhuur”, verduidelijkt Boers. Ook voor de effecten van het verhogen van het bindend studieadvies door onder andere Universiteit Leiden en Hogeschool Rotterdam werd gevreesd. “Daar waren we misschien nog banger voor.”
Ook dankzij de inspanningen en veerkracht van de verenigingen is het aantal aanmeldingen niet enorm afgenomen, volgens Boers. Door alle maatregelen in het hoger onderwijs is de aandacht voor studiebegeleiding steeds belangrijker geworden. “Veel verenigingen bieden tentamentrainingen aan of richten een ruimte in als studiezaal. Of ze koppelen bijvoorbeeld een ouderejaars student aan een eerstejaars. Verenigingen bewegen mee in de ontwikkelingen.”