Studenten en bestuurders twijfelen aan haalbaarheid plannen Bussemaker
Universiteiten en hogescholen vinden de strategische agenda van minister Bussemaker mooi en ambitieus. Maar ze temperen meteen de verwachtingen. Ook studenten vragen zich af of het hoger onderwijs het allemaal kan waarmaken.
“Laten wij ook realistisch zijn”, reageert voorzitter Karl Dittrich van universiteitenvereniging VSNU. “Het budget blijft beperkt en wij zullen nog steeds voor lastige keuzes komen te staan.” Afschaffing van de basisbeurs levert niet één miljard euro op, benadrukt hij nog maar eens. Universiteiten krijgen met zijn allen slechts 236 miljoen euro extra te besteden. “Dat bedrag komt bovendien geleidelijk vrij, en is pas over een kleine tien jaar op het hoogtepunt.”
Ook de Vereniging Hogescholen vraagt zich af of er genoeg geld is voor alle mooie ambities van de minister. Die sluiten volgens voorzitter Thom de Graaf “naadloos” aan op de visie die de hogescholen onlangs presenteerden, “maar de minister rekent zich wel rijk. De één miljard die zij hiervoor in 2025 beschikbaar denkt te hebben, is in feite slechts een half miljard.”
Beide koepelorganisaties hebben moeite met het plan van de minister om ‘kwaliteitsafspraken’ te maken met instellingen. Universiteiten en hogescholen willen hun prioriteiten liever zelf blijven bepalen.
Studentenorganisaties ISO en LSVb benadrukken dat studenten er hoe dan ook bij betrokken moeten worden. “Het geld is immers bij studenten weggehaald”, aldus voorzitter Sara Spano van de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb). Zij leveren de basisbeurs in.
“Die visie is mooi, maar tussen droom en daad bestaan natuurlijk grote verschillen”, reageert ook Linde de Nie van het Interstedelijk Studenten Overleg. “We zien de strategische agenda als een goede intentieverklaring. Het is nu zaak om door te pakken.”
Zojuist maakte minister Bussemaker haar plannen bekend voor het hoger onderwijs. De komende tien jaar moeten er duizenden nieuwe docenten, lectoren en onderwijshoogleraren bijkomen. Ook is er extra geld voor bijvoorbeeld online onderwijs, flexstuderen en andere onderwijsvernieuwingen.