Studenten halen sneller bachelordiploma
Universitaire studenten halen sneller hun bachelordiploma. Vooral mannen doen het beter dan voorheen, al halen ze vrouwen nog lang niet in.
Na vier jaar heeft 62 procent van de studenten het bachelordiploma op zak, meldt universiteitenvereniging VSNU. In eerdere lichtingen was dat 55 procent of minder.
Daar zijn allerlei oorzaken voor. Zo moeten studenten tegenwoordig hun bachelordiploma hebben behaald voordat ze aan hun masteropleiding mogen beginnen. Voorheen hanteerden sommige universiteiten een ‘zachte knip’, waardoor studenten alvast aan hun master mochten beginnen en het behalen van het bachelordiploma konden uitstellen.
Verder dreigde de langstudeerboete deze lichting studenten te treffen. Ze zouden ruim 3000 euro extra collegegeld moeten betalen als ze meer dan een jaar uitliepen. Dat werkte kennelijk als een stok achter de deur.
Maar de universiteiten hebben naar eigen zeggen ook maatregelen genomen om het onderwijs te verbeteren en duidelijker eisen te stellen aan studenten. Daarover hebben ze in 2007 afspraken gemaakt met het ministerie van Onderwijs. De maatregelen hebben wellicht ook effect.
De uitval van studenten is al jaren behoorlijk stabiel, zegt een woordvoerder van de VSNU. Dat meer studenten binnen vier jaar hun diploma halen, wil dus niet zeggen dat er uiteindelijk ook meer universitaire afgestudeerden komen.
Ook het Centraal Bureau voor de Statistiek komt vandaag met cijfers naar buiten, al sluiten die door verschillen in definities niet helemaal op de VSNU-cijfers aan. Zo telt het CBS alle eerstejaars mee, ook als ze in het eerste jaar afhaken. De VSNU telt alleen degenen die het eerste studiejaar hebben overleefd, omdat de propedeuse immers ook bedoeld is “om te bepalen of er een goede aansluiting is tussen student en opleiding”.
Maar de CBS-cijfers maken wel een interessant onderscheid tussen mannen en vrouwen. Driekwart (76 procent) van de vrouwen haalt binnen vijf jaar het bachelordiploma tegen 59 procent van de mannen. Dat is een flink verschil van zeventien procentpunt, maar de kloof is minder wijd dan voorheen. In eerdere studiejaren ging het om twintig procentpunt.