Studenten krijgen niets terug voor basisbeurs
Toekomstige studenten verliezen hun basisbeurs en leveren samen meer dan achthonderd miljoen euro in. Van dat geld zien ze vrijwel niets terug, blijkt uit het regeerakkoord. Het hoger onderwijs wordt er niet beter van.
Sterker nog, volgens de HBO-raad bezuinigt het kabinet bijna tweehonderd miljoen op hoger onderwijs. De instellingen moeten immers 65 miljoen euro besparen op hun ‘overhead’ en nog eens voor 130 miljoen euro snijden in het aantal opleidingen, waaronder de kunstopleidingen.
Het is niet helemaal duidelijk waar het geld van de basisbeurs naartoe gaat. Het nieuwe kabinet wil investeren in onderwijs, maar de miljoenen gaan vooral naar basisscholen en voortgezet onderwijs (344 miljoen) en het mbo (250 miljoen euro). Verder gaat er honderd miljoen euro extra naar ‘fundamenteel onderzoek’. Daarmee is het geld al bijna op.
Er rest nog een potje van twintig miljoen euro voor de ‘onbedoelde effecten’ van de duizenden euro’s collegegeld die studenten tegenwoordig moeten betalen voor een ‘tweede studie’. Alleen wie zich wil omscholen met een zorg- of onderwijsopleiding ontspringt de dans, de rest moet betalen.
Die twintig miljoen gaat waarschijnlijk naar studenten die aan hun tweede studie beginnen terwijl ze nog met hun eerste bezig zijn. Deze tijdelijke dubbelstudenten mogen hun tweede studie dan tegen het lage tarief afmaken. Maar het geld zou ook bestemd kunnen zijn voor hbo’ers die langer dan een half jaar moeten ‘schakelen’ voordat ze aan een universitaire masteropleiding kunnen beginnen.
Dan is nog niet eens duidelijk waar het geld blijft dat bespaard wordt op de ov-studentenkaart. In 2016 verandert die in een kortingskaart, zodat studenten niet langer gratis kunnen reizen. Dat levert de schatkist 425 miljoen euro op.