Studentenstress: minister wil druk van de ketel

Foto Pixabay

Van Engelshoven sprak dinsdagavond in de UB in De Uithof op een congres over studentenwelzijn, dat Stip Studentenplatform in samenwerking met de studentenorganisaties LSVb en ISO organiseerde. 

In zijn welkomstwoord benadrukte Stip-voorzitter Yunus Emre Cicekdat het congres over het welzijn van álle studenten ging, maar met speciale aandacht voor studenten met een migratieachtergrond. Volgens hem kampen zij met extra druk omdat ze opgroeien in twee culturen en hun ouders het Nederlandse hoger onderwijs vaak niet van binnenuit kennen. 

“Ouders begrijpen hun kinderen niet altijd”, beaamde Bertan Topbaç vanuit het deskundigenpanel. Volgens de student social work bij Hogeschool Windesheim – die ook acteert in eenkorte filmover een student met een depressie – maakt het inderdaad uit of studenten een migratieachtergrond hebben of niet. “Mijn vrienden met Nederlandse ouders hebben een voorsprong”, meent hij. “Ouders met een migratieachtergrond willen natuurlijk ook het beste voor hun kinderen, maar ze leggen veel druk op. Als je zegt dat het even niet lukt met de studie, luisteren ze vaak niet echt naar je problemen.”

Windesheim-docent Jolien Dopmeijer, die al jaren onderzoekdoet naar het welzijn van studenten, merkt dat studenten met een migratieachtergrond meer mantelzorgtaken hebben en dat ze hun eigen problemen minder snel aankaarten.

Rolmodel
Hangt dat misschien samen met het feit dat maar weinig docenten en studentendecanen zelf een migratieachtergrond hebben, opperde een jonge docente van de Hogeschool Rotterdam. Maar een andere vrouw in de zaal vond dat dit geen rol mag spelen. “Docenten moeten met elke student een goede relatie aangaan en een rolmodel zijn voor iedereen.”

Minister Van Engelshoven begrijpt het probleem van studenten met een migratieachtergrond: “Als je familie heel anders denkt over wat jou in het hoger onderwijs te doen staat, dan heb je al gauw het gevoel dat je iets uit te leggen hebt. Dat leidt onmiskenbaar tot extra druk. En durf het dan ook nog maar eens te vertellen als je vertraging oploopt.”

Haar oplossingen om de stress te verminderen zijn in de eerste plaats aan studenten gericht, met en zonder migratieachtergrond: “Volwassen worden is hard werken. Daar hoort bij dat je soms even uit het lood geslagen bent. Laat het er niet bij zitten als je vastloopt en trek aan de bel.” 

Vanuit Den Haag is de minister hard op zoek naar “de juiste ventielen om de druk van de ketel te halen”. Het lopende onderzoek van het RIVM naar de oorzaken van mentale druk bij studenten kan daarbij behulpzaam zijn, verwacht ze.

Bakzeil halen
Haar poging om het bindend studieadvies voor eerstejaars te versoepelen heeft ze in elk geval nog niet opgegeven. Het bsa is volgens haar geen afvalnorm, maar bedoeld om te kijken of studenten op de goede plek zitten. “Als nominaal niet normaal is, kan het ook.” Ze erkende dat ze in de Tweede Kamer bakzeil heeft moeten halen omdat die een landelijke norm van hooguit 40 studiepunten een brug te ver vond. “Maar ik geef nooit op!”

Ze laat onderzoek doen naar de effecten van het bsa en hoopt dat dit uiteindelijk toch tot een versoepeling van de norm zal leiden. “Het hoeft ook niet meteen veel meer te kosten, zeg ik tegen critici.” Het onnodig ‘rondpompen’ van weggestuurde studenten die hun opleiding bij een andere instelling voortzetten, kost volgens haar ook veel geld. Een ander belangrijk punt is de verbetering van de begeleiding van studenten. “Zorg dat studenten gezien worden door hun instelling.” 

Financiering
Panellid Bilal Majdoubi, docent social work aan de Hogeschool Utrecht, zou het toejuichen als de minister het studierendement minder belangrijk maakt, maar hij vroeg zich wel af hoe dit betaald gaat worden. Universiteiten en hogescholen worden nu medegefinancierd op basis van het aantal diploma’s dat ze binnen een bepaalde tijd afgeven. De minister verwees op het onderzoek dat de commissie Van Rijn in haar opdrachtuitvoert: “We zijn bezig met het aanpassen van de bekostiging. Daarbij worden studentenaantallen minder belangrijk zodat je minder concurrentie krijgt tussen de instellingen.” 

Leiden niet ook het leenstelsel en de oplopende studieschulden tot extra stressbij studenten, wilde gespreksleider Rhea van der Dong weten. “Dat weten we niet, dat blijkt tot nu toe niet uit de cijfers.” Studenten moeten nu weliswaar meer lenen, erkende ze, maar ze hebben nog bijna evenveel te besteden als vóór het afschaffen van de basisbeurs. “Een lening is de beste investering in je eigen toekomt en terugbetalen doe je later tegen gunstige voorwaarden. Moet je daar nu ’s nachts van wakker liggen?”

Advertentie