Studerende dochters krijgen meer geld
Vrouwelijke uitwonende studenten krijgen van hun ouders meer geld dan mannelijke, blijkt uit een landelijk onderzoek. Hebben ouders last van een ‘prinsessensyndroom’, of is er iets anders aan de hand?
Het verschil in ouderlijke bijdrage zit hem niet in het bedrag dat mannelijke en vrouwelijke studenten direct op hun rekening gestort krijgen, blijkt uit cijfers van onderzoeksbureau ResearchNed. Mannen lijken maandelijks zelfs twintig euro meer te krijgen dan vrouwen. Maar pap en mam geven voor dochterlief meer uit aan posten als huisvesting, collegegeld en overige studiekosten. Dat scheelt, volgens inschattingen van de studenten zelf, gemiddeld zo’n zestig euro per maand.
“Opmerkelijk”, vindt onderzoeker Matthijs Brink, die de cijfers op verzoek leverde. Toch houdt hij wat slagen om de arm. “Het meten van deze gegevens is complex. Ouders kunnen hun kinderen op veel verschillende manieren financieel steunen. Bovendien schatten studenten hun eigen financiële situatie niet altijd goed in en zijn ze soms slordig bij het invullen van de vragen.” Het zou volgens hem dus best kunnen dat vrouwen niet meer geld krijgen, maar alleen beter dan mannen doorhebben wat hun ouders voor ze betalen.
Wat volgens Brink wel een mogelijke verklaring zou kunnen zijn is dat vrouwen duurdere studies volgen dan mannen als het gaat om de aanschaf van boeken of ander materiaal. Geneeskunde en verpleegkunde bijvoorbeeld zijn opleidingen met veel bijkomende kosten. Waarom ouders ook meer bijdragen aan het collegegeld en de huisvesting van hun dochters, is daarmee nog niet verklaard.
Eerder bleek al uit een Resource-enquête onder 178 Wageningse studenten dat vrouwen meer geld krijgen dan mannen. Het tijdschrift van Wageningen Universiteit opperde toen dat het verschil iets te maken zou kunnen hebben met het ‘prinsessensyndroom’: “Het gevoel dat meisjes meer bescherming en ondersteuning nodig hebben dan jongens.”
Dat zou kunnen, denkt ook emeritus hoogleraar pedagogiek Louis Tavecchio van de Universiteit van Amsterdam: “Ik ga er niet vanuit dat ouders hun zonen minder willen steunen. Het zou dus best kunnen dat ze zich onbewust laten leiden door traditionele rolpatronen. Het zou ook kunnen dat jonge vrouwen sneller om hulp vragen. Hoe dan ook, deze conclusie lijkt me voor de vrouwenemancipatie geen goede zaak.”