Studieschuld: leraar krijgt soms korting, tandarts niet

De basisbeurs gaat verdwijnen en studenten moeten meer gaan lenen voor hun opleiding. Maar wat merken ze daarvan als ze hun studieschuld gaan aflossen? En betaalt de juf of meester inderdaad minder af dan de tandarts?

De gemiddelde studieschuld ligt op dit moment rond de 15.000 euro. Nu de basisbeurs verdwijnt, lopen thuiswonende studenten in vier jaar tijd 5000 euro mis, en uitwonende studenten 13.000 euro.

Het zijn natuurlijk gemiddelden. Er zijn altijd studenten die meer zullen lenen, of minder. Wie 15.000 euro leent (vier jaar lang 312 euro per maand), zal in het nieuwe stelsel maandelijks 46 euro moeten aflossen, 35 jaar lang. Wie een schuld opbouwt van 35.000 euro (729 euro per maand) moet maandelijks 107 euro terugbetalen.

geleend

Rente* %

per maand

per jaar

totaal afgelost

rente over 35 jaar

€ 15.000

1,5

€ 46

€ 552

€ 19.320

€ 4.320

€ 20.000

1,5

€ 61

€ 732

€ 25.620

€ 5.620

€ 25.000

1,5

€ 76

€ 912

€ 31.920

€ 6.920

€ 30.000

1,5

€ 92

€ 1.104

€ 38.640

€ 8.640

€ 35.000

1,5

€ 107

€ 1.284

€ 44.940

€ 9.940

*In de berekeningen is uitgegaan van een rentepercentage van 1,5 procent, een grove schatting. Wie in 2013 is afgestudeerd betaalt op dit moment 0,81 procent rente, wie in 2009 zijn diploma haalde zit op 2,39 procent. De rente wordt, net als nu, voor afgestudeerden elk jaar voor vijf jaar vastgezet. Maandbedragen variëren naar gelang het inkomen.

De terugbetaaltermijn is opgerekt van 15 jaar naar 35 jaar. Dat lijkt fijn: het maandbedrag wordt flink lager. Maar het betekent ook dat studenten langer rente moeten betalen. Een oud-student die 35.000 euro heeft geleend, betaalt uiteindelijk bijna 10.000 euro rente aan de Staat.

Omdat de studieschuld flink kan oplopen als de basisbeurs verdwijnt, zit er een maximum aan wat studenten maandelijks hoeven af te lossen: 4 procent van hun salaris. Maar ook dat hangt af van wat oud-studenten gaan verdienen: een juf of meester betaalt een lager percentage dan een tandarts of piloot. Hoe dat er precies uit komt te zien is nog niet duidelijk, maar het ministerie geeft zelf een aantal scenario’s.

Of een startend basisschooldocent een schuld heeft van 22.000 euro of een van 58.000 euro, maakt in die scenario’s niet uit: aan het begin van zijn carrière betaalt de juf of meester 62 euro per maand terug, 2 procent van het inkomen. Wie een hoger bruto jaarinkomen heeft, moet meer terugbetalen. Het ministerie rekent met een psycholoog die 46.000 euro bruto verdient: die moet met een schuld van 34.000 euro maandelijks 89 euro terugbetalen.

Voor grootverdieners geeft het ministerie geen rekenvoorbeeld. Maar wie 6000 bruto per maand verdient, zoals een startend tandarts, moet maandelijks maximaal 4 procent terugbetalen. Dat is dan rond de 260 euro per maand.

Er is best veel kans dat een deel van de schuld, ondanks de terugbetaaltermijn van 35 jaar, nooit wordt terug betaald. Daarmee loopt de Staat een risico, maar dat is volgens minister Bussemaker aanvaardbaar. “We willen niet dat afgestudeerden later in de problemen komen als ze geen baan vinden, dus nemen we als overheid dit risico.”

Of studenten inderdaad veel meer gaan lenen, is onzeker. Volgens het Centraal Planbureau zullen veel studenten andere keuzes gaan maken: ze blijven langer thuis wonen, gaan meer werken of kloppen bij hun ouders aan. Naar schatting van het CPB zal de gemiddelde studieschuld daarom slechts zesduizend euro stijgen en uitkomen op 21.000 euro.

Voor het berekenen van het maandbedrag telt overigens ook het inkomen van de partner mee. Een leraar die getrouwd is met een tandarts, zal dus niet zo snel een korting krijgen.

*Dit artikel is aangepast. In een eerder artikel werd ervan uitgegaan dat iedereen maximaal 4 procent van het inkomen moet terugbetalen. Er was niet bekend gemaakt dat het percentage voor lage inkomens lager ligt.

Advertentie