Sywert van Lienden (G500): “Politiek maakt mensen lelijk”
G500 is géén elitaire club, zegt oprichter Sywert van Lienden. Hij vindt de kritiek van de gevestigde orde op zijn beweging te makkelijk. “Gewone politieke partijen zijn allesbehalve representatief en hoeven zich daar nooit over te verantwoorden.”
Hij loopt van vergadering naar interview en van studio naar fotoshoot. Maar af en toe zit Sywert van Lienden (21) ook gewoon op de Universiteit van Amsterdam, waar hij Europese Studies, rechten en politicologie studeert.
Ruim vier weken geleden richtte hij G500 op. De beweging wil met vijfhonderd jongeren lid worden van de drie grote middenpartijen – VVD, PvdA en CDA – om hen te dwingen meer rekening te houden met hun belangen. G500 wil met vijfhonderd jongeren naar de partijcongressen om haar tienpuntenplan erdoor te drukken. Van Lienden: “Als je de solidariteit tussen generaties wilt behouden moet er nu wat veranderen.”
OranjePAC
In De Wereld Draait Door presenteerde Sywert van Lienden dinsdagavond zijn plan voor een OranjePac. Van Lienden is geïnspireerd door de Amerikaanse superpacs, onafhankelijke burgerorganisaties die zich ondermeer door tv-spotjes mengen in verkiezingscampagnes. Het OranjePAC, met onder meer de Utrechtse universiteitshoogleraar Paul Schnabel in het aanbevelingscomité, wil een half miljoen euro verzamelen voor een een grootschalige televisiecampagne ter ondersteuning van hervormingsgezinde politieke partijen.
Is wat G500 doet wel democratisch? Wat als extreemrechtse sympathisanten in partijen zouden infiltreren?
“Allereerst, wij infiltreren niet, wij worden gewoon lid. Wij sluiten ons aan bij meerdere politieke partijen en dat mag gewoon. Dat is ook niet zo gek: de meeste mensen voelen zich maar voor een deel vertegenwoordigd door een partij.
Wat betreft die rechts-extremisten, dat is een goedkoop argument. Wat wij doen kan al zestig jaar en is nog nooit gebeurd. Waarom niet? Omdat het zulke types niet lukt zich te organiseren en omdat ze geen coherente agenda weten te formuleren. Tweede Kamerleden zouden zich bovendien nooit gebonden voelen om de agenda van neonazi’s te volgen.”
Maar jullie komen toch naar die congressen om jullie eigen agenda door te drukken?
“Wij werken samen met mensen van binnenuit en bouwen voort op analyses die de partijen zelf al lang hebben gemaakt. Die zelfs zijn onderschreven door hun wetenschappelijke bureaus en die al in de programma’s van hun jongerenpartijen staan. Ze hebben alleen nog een politiek zetje nodig. Onze agenda is niet revolutionair. We weten al twintig jaar dat de vergrijzing eraan komt en dat het pensioenstelsel problemen gaat opleveren. Wij zorgen voor de politieke moed om daar nu iets aan te doen.”
Het vorige kabinet heeft de langstudeerboete ingevoerd en was van plan om de basisbeurs in de master af te schaffen. Wat wil G500 met het onderwijs?
“De ontwikkeling van mensen is het beste wapen voor de toekomst. Wij willen daarom een extra 2,5 procent van het BBP in onderwijs investeren. Dat is geen nattevingerwerk, we hebben samen met een aantal hoogleraren de optelsom gemaakt en dan kom je uit op een bedrag van tien tot vijftien miljard euro. Dat is veel geld, maar het rendement van zo’n investering is hoog.”
Wat schieten studenten op met G500?
“Wij krijgen veel reacties van hogeropgeleiden die zeggen: mijn diploma is niets waard op de arbeidsmarkt. Als ze al een baan vinden, krijgen ze vaak een flexcontractje. Tegelijkertijd is hun studieschuld opgelopen en kunnen ze geen woning kopen. G500 wil voorkomen dat de kosten en schulden zich blijven opstapelen en rekeningen naar jongeren worden doorgeschoven. Het is kwalijk dat het hoger onderwijs op dit moment helemaal los van die ontwikkelingen wordt bekeken.
Men zegt doodleuk: je gaat later veel verdienen dus ga maar gewoon lenen. Dat noemen ze dan een sociaal leenstelsel. Maar daar is niks sociaals aan. Degene die deze rare spin heeft bedacht mag genomineerd worden voor de ‘Jack de Vries’-prijs.”
Demissionair staatssecretaris Zijlstra vindt dat studenten moeten investeren in hun toekomst. Heeft hij ongelijk?
“Dat je als student moet investeren, vind ik prima. Maar dat gebeurt al. We hebben een progressief belastingstelsel: wie goed verdient, betaalt meer belasting. De inkomensverschillen tussen laag- en hoogopgeleiden zijn niet zo groot dat het gerechtvaardigd is om jonge mensen te overladen met studieschulden.
Daarbij komt dat de kwaliteit van het onderwijs niet zo hoog is. Vroeger ging maar een klein groepje mensen studeren, nu gaat de helft van onze generatie naar het hoger onderwijs. De vraag is wanneer we het middelbaar onderwijs gaan noemen.”
Bestaat G500 niet vooral uit hoogopgeleide Randstedelingen?
“De leden van G500 komen uit het hele land. Kijk, daar hangt een kaartje van Nederland met de woonplaatsen van de mensen die zich hebben aangesloten. We zijn bijvoorbeeld sterk vertegenwoordigd in Tilburg, Enschede en op de Utrechtse Heuvelrug. Het politieke activisme komt vaak niet uit de Randstad. Dat merkte ik ook al toen ik voorzitter was van het Landelijk Aktie Komitee Scholieren.”
En hoe zit het met opleidingsniveau?
“Daar vragen wij niet naar. Dat vraagt geen enkele politieke partij, dus dat hebben we niet nodig om iemand aan te melden.”
Jullie weten het niet.
“In de groep van 150 actieve vrijwilligers zitten mensen met allerlei verschillende achtergronden. Ook veel hbo’ers en pas afgestudeerden die nog geen baan hebben gevonden. Wij claimen geen representativiteit. Geen enkele politiek partij of vakbond kan dat overigens.
Naar de representativiteit van bijvoorbeeld de actieve CDA-leden wordt nooit gevraagd. Bij het CDA ligt de gemiddelde leeftijd op 67 jaar – dat is politiek voor gepensioneerden. G500 maakt zo’n partij per definitie representatiever.”
Lopen de belangen van jongeren onderling niet net zo sterk uiteen als die tussen generaties?
“Het vraagstuk over jong en oud is op dit moment het grootste probleem. Als we zo doorgaan zijn de zorgkosten in 2030 verdubbeld. Als je de solidariteit en wederkerigheid tussen generaties wilt behouden moet je nu wat veranderen, anders gaan mensen zich aan het systeem onttrekken. Dit verdelingsvraagstuk tussen de generaties is een heel ander soort kwestie dan de verschillen tussen hoog- en laagopgeleiden binnen een generatie. Dit is een financieel vraagstuk; het systeem is niet houdbaar als we zo doorgaan.”
Wanneer is G500 een succes?
“Ik ben nu al tevreden. We hebben duizend aanmeldingen. Iedereen heeft het erover, opeens hoor je politici praten over ‘jong en oud’. Maar uiteindelijk willen we natuurlijk verandering en moet het verdelingsvraagstuk bij de formatie worden opgelost. Daar streven we in ieder geval naar.”
Wat ga jij hierna doen?
“Ik zie het wel. Dan zijn er vast weer nieuwe leuke dingen. Ik wil nog wel naar het buitenland, ik vind bestuursrecht interessant en politieke economie. Maar ik wil zeker niet de politiek in. Politiek maakt mensen lelijk.”
Sywert over studeren en studenten
Er wordt wel eens gepleit voor een Oxford aan de Amstel of een Harvard aan de Maas. Moeten er meer elite-opleidingen komen en verder middelmatige?
“Ik denk dat die middelmaat al bestaat door de massaliteit van opleidingen, zowel in het hbo als het wo. De commissie-Veerman kwam met een goed rapport over hoe hogescholen en universiteiten zich moeten onderscheiden en welke investeringen daarvoor nodig zijn. Dat wordt nu een beetje halfslachtig uitgevoerd, en zonder extra geld. Dat schiet niet op.
Een voorbeeld zijn de rechtenopleidingen. Je kunt op zoveel plekken rechten studeren, dat leidt per definitie tot middelmaat. Alleen al omdat niet alle goede hoogleraren op één plek zitten. Waarom maken we in Nederland niet één rechtenuniversiteit naar voorbeeld van Bologna in Italië? Of waarom voeren we geen numerus fixus in om kleinschalige opleidingen te creëren? Dat werkt in Duitsland heel goed.”
Dan komt de toegankelijkheid van het hoger onderwijs in gevaar, zeggen studentenorganisaties.
“Het is kiezen of delen. Wil jij telkens in een werkcollege zitten waar driekwart van de studenten zijn boeken niet heeft gelezen? Waar professoren afhaken omdat ze telkens alles moeten herkauwen? Ik heb bij de UvA een docente die college heeft gegeven in Londen, Italië en New York. Die is compleet afgehaakt. Studenten komen niet opdagen, ze leveren hun opdrachten niet in en ze lezen niets. Dat zijn dure uren.
Daarbij komt dat er elk jaar veel gemeenschapsgeld aan mij en mijn medestudenten wordt uitgegeven. Tegelijkertijd zie ik dat medestudenten moe zijn omdat ze de nacht ervoor hebben staan tappen voor een paar euro per uur. Het rendement van die geïnvesteerde onderwijseuro is dan wel heel laag. Dat noem ik penny wise, pound foolish.”
Zijn studenten te weinig politiek actief? In medezeggenschap zijn ze nauwelijks geïnteresseerd.
“Vind je het gek? Onlangs waren er verkiezingen voor de studentenraad op de UvA en dat was echt een aanfluiting. In feite zou je ze moeten boycotten. Studentraadsleden hebben én geen achterban én kunnen formeel niet meebesturen. Ze hebben alleen ‘adviesrecht’ aan de decaan. Ik kan mijn adviesrecht ook nemen en de decaan zelf een mailtje sturen. Verder heb ik niet het idee dat mijn opleiding door de studentenraad echt verbetert. Er worden hoogstens wat praktische zaken geregeld. Als studenten een opleiding slecht vinden kunnen ze met hun voeten stemmen en vertrekken naar een plek waar het onderwijs beter is.”
Dat doet geen hond.
“Dan moeten ze ook niet zeuren. Ik vind het onbegrijpelijk dat mensen klagen dat de kwaliteit van hun bachelor verschrikkelijk is. Maar dat ze het vervolgens wel makkelijk vinden om op dezelfde plek een master erachteraan te plakken. Dan denk ik, Nederland is zo klein. Pak de trein.”