Teach-in als protest tegen bezoek Israëlische delegatie lerarenopleiding aan de UU

“Wij willen hier een bijeenkomst organiseren waarbij we spreken over het onrecht dat de Palestijnen wordt aangedaan door de Israëlische regering. Wij hopen dat de bezoekers aan de bijeenkomst niet aanschuiven bij de Israëlische delegatie, maar bij ons”, vertelt initiatiefnemer en UU-student Itaï van de Wal. 

Zo’n twintig mensen stonden op de eerste verdieping van het Educatorium om te protesteren tegen de komst van een Israëlische delegatie vanuit het Atudot Le’Israël programma voor onderwijs. Dit is een direct door de Israëlische overheid gefinancierd instituut, zo meldt de tekst van de petitie. Opgeroepen werd de bijeenkomst af te gelasten. Medewerkers werd gevraagd de bijeenkomst te boycotten want de UU zou hiermee helpen de apartheid tegen Palestijnen te normaliseren en daarmee impliciet het zelfbeschikkingsrecht van Palestijnen afkeuren. De demonstranten noemen een dergelijke bijeenkomst noemen ze een vorm van witwassen van slechte politiek. Ondertekenaars komen van verschillende universiteiten en hogescholen in Nederland. 

Volgens de actievoerders zijn de Israëlische diensten onderdeel van het administratieve en militaire systeem dat de Palestijnen onderdrukt en hun het recht op onderwijs ontneemt. Tijdens de teach-in was er een live-verbinding met Palestijnse studenten op de bezette Westelijke Jordaanoever en Gaza. Zij spraken over hoe het is om onderwijs te ontvangen in bezet gebied.

De bijeenkomst met de Israëli was georganiseerd door de Graduate School of Teaching, de Utrechtse lerarenopleiding. De UU was benaderd door het instituut omdat ze graag wilden horen hoe wij bepaalde zaken aanpakken, zegt directeur Jan van Tartwijk. Hij zegt dat de mensen van de delegatie verbonden zijn aan Mofet, een “gerespecteerd instituut is dat Israëlische lerarenopleidingen bij elkaar brengt en onderzoek doet.”

Van Tartwijk vindt het belangrijk om het gesprek te blijven aangaan met collega’s uit andere landen, ook met collega’s uit Israël. Zijn instituut zou nu bijvoorbeeld geen delegatie ontvangen uit Rusland  vanwege de oorlog in Oekraïne, wat ook het beleid is van de UU. "Maar wij zouden wel openstaan voor contact met individuele wetenschappers, docenten of studenten als ze zich uitspreken tegen de invasie in Oekraïne."

Het Mofet is volgens hem niet direct verbonden aan het Israëlische prime-minister’s office, maar dat geldt wel voor Atudot Le’Israël, die de reis mede mogelijk gemaakt heeft.  Dat  is volgens Van Tartwijk niet uitzonderlijk. De mensen waarmee hij contact heeft gehad over dit werkbezoek, zijn voor hem gewoon collega’s. 

Hij begrijpt overigens wel de emoties van de demonstranten en legitimeert ook zeker niet wat er in Israël gebeurt. Hij is alleen van mening dat een boycot van de bijeenkomst niet zinvol is. “Ik pleit voor een open dialoog  om de verschillende perspectieven te bespreken”. 

Mede naar aanleiding van de protesten, is tijdens de bijeenkomst over Palestina gesproken. De Israëliërs waren “erg begaan met Palestina” en vertelden over hun ervaringen, en hoe ze graag binnen Israël bevolkingsgroepen dichter bij elkaar willen brengen. Van Tartwijk vindt dat dit soort dialogen er moeten zijn. 

Zo had hij ook graag gesproken met de actievoerders en had ze vooraf uitgenodigd om uit te leggen waarom de bijeenkomst wel doorging. Maar ook omdat hij een onderwerp als Palestina wel wilde aankaarten waarbij hij open had gestaan voor input. 

De demonstranten zeggen geen uitnodiging gezien te hebben en hadden liever gehad dat de bijwoners van de bijeenkomst met Mofet langs gekomen waren tijdens hun teach-in.