Tien Vidi-beurzen voor Utrechters
De NWO heeft deze week 87 Vidi-beurzen voor ervaren wetenschappers toegekend. Vijf zijn er voor de UU, twee voor het UMCU en drie voor instituten waar de UU een relatie mee heeft. Er waren dit jaar 572 aanvragen.
De Vidi-beurzen worden jaarlijks uitgereikt door NWO. Het is een van de talentbeurzen die de onderzoeksfinancier uitreikt. Ze zijn bedoeld voor onderzoekers die al enkele jaren ervaring hebben en bedragen maximaal 800 duizend euro.
Dit jaar sleept de TU Delft de meeste beurzen in de wacht. Tien wetenschappers behoren tot de gelukkigen. Hierna volgen de Universiteit Leiden en de Universiteit van Amsterdam: zij krijgen er respectievelijk acht en zeven.
Van de universitaire ziekenhuizen scoren Leiden, Groningen en Amsterdam (UvA) het best: NWO kent hun drie beurzen toe.
Opvallend is het geringe aantal vrouwen dat een aanvraag indiende. Er schreven zich 375 mannelijke wetenschappers in voor de subsidie, tegenover 197 vrouwen. Het honoreringspercentage lag dit jaar lager dan vorig jaar: vijftien procent ten opzichte van zeventien procent in 2015.
Bij de Universiteit Utrecht en het UMCU zijn de volgende aanvragen toegekend:
Rense Corten, faculteit Sociale Wetenschappen
Oorzaken en gevolgen van vertrouwen in de deeleconomie
Onder welke voorwaarden is vertrouwen tussen vreemden mogelijk in interacties in de deeleconomie, en in hoeverre leidt de deeleconomie tot meer sociale cohesie? Dit project onderzoekt deze vragen met een combinatie van methoden: laboratoriumexperimenten, online experimenten, digitale gebruikersdata en vragenlijstdata.
Rolf Groenwold, UMC Utrecht
Optimizing the methodological framework for studies of the effects of medical interventions using routine care data.
Grote digitale databestanden hebben een enorme potentie om belangrijke biomedische vragen te beantwoorden. Binnen dit onderzoek worden de geavanceerde methoden ontwikkeld die daarvoor nodig zijn.
Martijn van den Heuvel, UMC Utrecht
Two ends of one world : Bridging microscale cytoarchitectonics and macroscale connectomics in the human brain
Hoe maken de verschillende niveaus van onze hersenen samen één efficiënt brein? Op microscopische schaal verwerken neuronen informatie, maar op macro-scopische schaal vormen hersengebieden samen ook grote communicatie netwerken. We gaan onderzoeken hoe grote hersenprocessen, en veranderingen hierin in ontwikkeling, afhangen van de kleinste onderdelen van ons brein.
Walter Immerzeel, faculteit Geowetenschappen
De Himalaya: een onbekende watertoren
De “Himalaya” betekent het “huis van de sneeuw” in Sanskriet en het smeltwater is van levensbelang voor miljoenen mensen in Azië. We weten echter weinig van de watercyclus in dit hooggebergte. In Hi-Cycle gaat een team van onderzoekers deze watercyclus ontrafelen met behulp van drones, meetapparatuur en simulatiemodellen.
Florian Meirer, faculteit Bètawetenschappen
Studying paths through the pore labyrinth of catalysts
Functional porous materials such as catalysts are essential for producing modern everyday life products. The materials’ pores form a complex maze that influences their macroscopic properties. This project will explore how matter travels through this labyrinth and relate this to catalyst performance.
Carmine Ortix, Faculteit Bètawetenschappen
Shaping nanomaterials for future electronics
Semiconductor nanomembranes – sheets of materials with nanoscale thicknesses – can be rolled or folded into a variety of curved geometric shapes, such as spirals and helices. Researchers will investigate how quantum effects in these curved nanoarchitectures can make new electronics possible.
Martin Ziegler, Faculteit Geowetenschappen
Wanneer smelten de ijskappen?
Door de ordening van isotopen te meten, kan de temperatuur worden bepaald tijdens de vorming van calcium carbonaat. Dit project ontrafelt met deze techniek de diepzee temperatuur en zeespiegel variaties van de afgelopen 65 miljoen jaar. Met deze gegevens zijn betere voorspellingen over de toekomst van de polaire ijskappen mogelijk.
Daarnaast zijn er nog drie beurzen toegekend aan in Utrecht gevestigde instituten. Dat zijn Jop Kind van het Hubrecht Instituut, Furu Mienes van het NIOZ en Jan Molenaar van het Prinses Maxima Centrum