Tienduizenden technici werken niet in de techniek
In een gelikte show met lichtflitsen en snelle muziek werd maandag in Hilversum het belang van techniek voor de samenleving onderstreept. Er kwamen bestuurders aan het woord, de minister beklom het podium, en ook astronaut André Kuipers deed zijn zegje.
De partijen van het Techniekpact – onderwijs, bedrijfsleven en overheid – proberen samen de belangstelling voor techniek te vergroten, in de hoop het tekort aan technici te bestrijden. Gisteren presenteerden ze een tussenrapportage. Het gaat de goede kant op, menen ze, zeker in het hoger onderwijs, maar er moet nog van alles gebeuren.
Werkloze technici
Dat blijkt bijvoorbeeld uit de cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft verzameld. Van de jonge, hoogopgeleide technici (tot 35 jaar) hebben er negentigduizend een baan in de techniek, terwijl maar liefst 62 duizend iets anders zijn gaan doen en er ook nog een paar duizend werkloos zijn.
Er is dus nog een heel reservoir aan jonge technici die hun heil ergens anders zoeken. Technisch opgeleide mbo’ers maken zo’n overstap minder vaak, maar ook van hen gaat een flink deel buiten de techniek werken (bijna dertig procent).
Hoe kan dat nu, als er zo’n enorm tekort is? Doen de werkgevers zelf wel genoeg om aantrekkelijk te zijn voor technisch opgeleiden? Secretaris-generaal Maarten Camps van het ministerie van Economische Zaken verzekert na afloop van de presentatie dat het bedrijfsleven zijn bijdrage levert aan de voornaamste doelstelling van het Techniekpact: het opleiden van meer technici, onder meer door stageplekken en beurzen aan te bieden. “Bedrijven zouden wel gek zijn als ze vervolgens de mensen niet binnenhalen waar ze zo hard naar op zoek zijn.”
Meer salaris
Maar waarom lukt dat dan niet goed genoeg? “De keuze om niet in de techniek te gaan werken, maken mensen zelf”, antwoordt de secretaris-generaal. “Het is uiteindelijk in het belang van bedrijven om ervoor te zorgen dat er meer technici worden aangenomen.” Moeten ze bijvoorbeeld meer salaris gaan betalen? Daar staat het ministerie buiten.
Het tekort zal voorlopig niet kleiner worden, waarschuwt Doekle Terpstra, de ‘aanjager’ van het Techniekpact en oud-hbo-bestuurder. “We zijn er nog lang niet, want techniek en digitalisering spelen een steeds grotere rol in de samenleving. Je hebt bijvoorbeeld ook steeds meer technici in de zorg en in het onderwijs nodig.”
Kernvak
De digitalisering zal volgens hem het hele onderwijs moeten doordringen. Programmeren en omgaan met de computer moet een kernvak worden, meent hij, net als Nederlands, Engels en rekenen. Het tekort aan docenten techniek zal daarom snel moeten worden opgelost.
Minister Bussemaker waarschuwde tijdens de bijeenkomst voor groenpluk: technici, maar ook leraren in opleiding moeten volgens haar wel een volwaardige opleiding krijgen en niet vroegtijdig uit de collegebanken worden gehaald. Over haar conflict met de technische universiteiten, die meer geld van haar willen om de toename van het aantal studenten op te vangen, zei ze niets. Er zijn wel meer overvolle opleidingen die geld kunnen gebruiken, heeft ze al meermalen gezegd.
Gordiaanse knoop
Techniekaanjager Doekle Terpstra vindt dat laatste een lastig vraagstuk. “Geld is ongetwijfeld interessant, maar dat is ook zo in het mbo en zeker in het vmbo. Iedereen draagt de universiteiten een warm hart toe en vindt dat dit moet worden opgelost, maar hoe precies… Het is beetje een gordiaanse knoop, die het volgende kabinet zal moeten ontwarren. Daarbij zullen alle belangen tegen elkaar moeten worden afgewogen en dat is niet eenvoudig, want een euro kan maar een keer worden uitgegeven.”