Topsectoren moeten wat met duurzaamheid

Bedrijven investeren niet zomaar in onderzoek naar ethiek en duurzaamheid, meent het Rathenau Instituut. Daarom moet de overheid ervoor zorgen dat die thema’s in de ‘topsectoren’ toch aan bod komen.

De overheid wil dat onderzoekers en ondernemers meer met elkaar samenwerken. Daarom zijn de ‘topsectoren’ bedacht: samenwerkingsverbanden van bedrijven, universiteiten en overheid op gebieden waarop Nederland sterk is of sterk wil worden. Denk aan voedsel, water, chemie en hightech.

Over de voorgangers van dit beleid adviseerde het Rathenau Instituut in het verleden kritisch. Het is moeilijk te voorspellen welke onderwerpen in de toekomst belangrijk zijn en de extra investeringen leidden zelden tot grotere wetenschappelijke vooruitgang.

Maar het topsectorenbeleid kon afgelopen najaar op meer instemming van het Rathenau rekenen, al kon een en ander wel beter worden georganiseerd. Eén simpele oplossing gaven de onderzoekers niet. De overheid moest van alle sectoren de problemen opsporen en die afzonderlijk aanpakken. Nu is er van dat rapport een uitgebreide versie.

Daarin stelt het Rathenau onder meer dat onderzoek naar ethische en sociale vragen in de verdrukking dreigt te komen, terwijl nieuwe technologieën die soms wel oproepen. De antwoorden daarop zijn uiteindelijk ook economisch van belang. “Stel dat je met nanotechnologie medicijnen maakt die mensen helemaal niet willen hebben”, zegt onderzoeker Laurens Hessels. “Dan is de investering weggegooid geld.”

De spelregels van de topsectoren nodigen niet uit om in dergelijk onderzoek te investeren, meent hij. Hetzelfde geldt voor onderzoek naar ‘maatschappelijke uitdagingen’, zoals de vergrijzing en duurzaamheid. “Er is heus wel een bedrijf dat een nieuwe windmolen wil maken, maar klimaatverandering zullen afzonderlijke private partijen toch niet snel onder de loep nemen. Eén bedrijf zal het klimaat niet veranderen.”

Daarom moet de overheid zorgen dat er binnen de topsectoren ruimte is voor reflectie. Er zou een extra toeslag voor moeten komen, meent Hessels. “Dat kan binnen het huidige overheidsbudget. Al die topsectoren krijgen geld voor hun samenwerking in ‘topconsortia voor kennis en innovatie’. Hoe meer het bedrijfsleven daarin investeert, hoe meer de overheid er op haar beurt aan bijdraagt. Het budget voor die toeslag is onlangs verhoogd van negentig naar tweehonderd miljoen euro. Dat is meer dan een verdubbeling. Dan zit daar ook wel enige onderzoeksruimte voor ethiek en maatschappelijke uitdagingen.”

Zulk onderzoek moet juist binnen de topsectoren zelf gebeuren, meent Hessels. “Uit de gentechnologie weten we dat het vruchtbaar is als die reflectie plaatsvindt waar ook de technologie wordt ontwikkeld. Dat garandeert een zekere kennis van zaken bij beide groepen onderzoekers.”

Advertentie