Twaalf procent meer Nederlanders met Erasmusbeurs

Steeds meer Nederlandse studenten gaan met een Erasmusbeurs in het buitenland studeren of stage lopen. Veel van hen zoeken de zon op, blijkt uit cijfers van de Europese Unie.

In 2010/2011 gingen 8.600 Nederlandse studenten met een Erasmusbeurs de grens over. Dat is twaalf procent meer dan het jaar ervoor. Slechts zeven andere lidstaten stuurden meer studenten op pad, waaronder enkele reuzen als Spanje, Frankrijk en Duitsland.
Nederlanders gaan nog altijd het liefst naar Spanje: daar kiest één op de zes voor, oftewel 1.458 studenten. Bijna evenveel gaan er naar Groot-Brittannië (1.449). Daarna volgen Duitsland (863), Frankrijk (776) en Zweden (702).
Ook Erasmusstudenten uit andere lidstaten reizen massaal naar Spanje, dat ruim 37 duizend Erasmus-studenten ontving. Frankrijk was ook populair: daar kwamen bijna 28 duizend uitwisselingsstudenten naartoe. Groot-Brittannië trok er meer dan 24 duizend.
In de top tien van bestemmingen voor Erasmusstudenten staan maar liefst zeven Spaanse en twee Italiaanse onderwijsinstellingen. De hoogst genoteerde Nederlandse universiteit is de Rijksuniversiteit Groningen op nummer 43 met 606 Erasmusstudenten. Maastricht (557 studenten), Utrecht (521) en de Universiteit van Amsterdam (435) staan ook bij de eerste honderd.
Al met al komen er meer Erasmusstudenten naar Nederland toe dan er vanuit Nederland naar het buitenland gaan: het scheelt bijna zeshonderd studenten.
In heel Europa nam het aantal uitwisselingsstudenten met een Erasmus-beurs met 8,5 procent toe. Het zijn er nu meer dan 231 duizend. Als het zo doorgaat, zullen er komend studiejaar meer dan driehonderdduizend studenten met een Erasmusbeurs naar het buitenland gaan.
Sommige onderwijsbestuurders vinden de Erasmusbeurs achterhaald. In internationaliseringstijdschrift Transfer leverde Sijbolt Noorda van universiteitenvereniging VSNU onlangs kritiek op het “academisch toerisme” dat een kort verblijf in het buitenland zou zijn. Hij ziet liever dat een deel van het Europese budget voor de Erasmusbeurzen wordt uitgegeven aan diplomamobiliteit: studenten zouden vaker een diploma aan een buitenlandse instelling moeten behalen.

Nieuws
on 08/05/2012

Steeds meer Nederlandse studenten gaan met een Erasmusbeurs in het buitenland studeren of stage lopen. Veel van hen zoeken de zon op, blijkt uit cijfers van de Europese Unie.

In 2010/2011 gingen 8.600 Nederlandse studenten met een Erasmusbeurs de grens over. Dat is twaalf procent meer dan het jaar ervoor. Slechts zeven andere lidstaten stuurden meer studenten op pad, waaronder enkele reuzen als Spanje, Frankrijk en Duitsland.

Nederlanders gaan nog altijd het liefst naar Spanje: daar kiest één op de zes voor, oftewel 1.458 studenten. Bijna evenveel gaan er naar Groot-Brittannië (1.449). Daarna volgen Duitsland (863), Frankrijk (776) en Zweden (702).

Ook Erasmusstudenten uit andere lidstaten reizen massaal naar Spanje, dat ruim 37 duizend Erasmus-studenten ontving. Frankrijk was ook populair: daar kwamen bijna 28 duizend uitwisselingsstudenten naartoe. Groot-Brittannië trok er meer dan 24 duizend.

In de top tien van bestemmingen voor Erasmusstudenten staan maar liefst zeven Spaanse en twee Italiaanse onderwijsinstellingen. De hoogst genoteerde Nederlandse universiteit is de Rijksuniversiteit Groningen op nummer 43 met 606 Erasmusstudenten. Maastricht (557 studenten), Utrecht (521) en de Universiteit van Amsterdam (435) staan ook bij de eerste honderd.

Al met al komen er meer Erasmusstudenten naar Nederland toe dan er vanuit Nederland naar het buitenland gaan: het scheelt bijna zeshonderd studenten.

In heel Europa nam het aantal uitwisselingsstudenten met een Erasmus-beurs met 8,5 procent toe. Het zijn er nu meer dan 231 duizend. Als het zo doorgaat, zullen er komend studiejaar meer dan driehonderdduizend studenten met een Erasmusbeurs naar het buitenland gaan.

Sommige onderwijsbestuurders vinden de Erasmusbeurs achterhaald. In internationaliseringstijdschrift Transfer leverde Sijbolt Noorda van universiteitenvereniging VSNU onlangs kritiek op het “academisch toerisme” dat een kort verblijf in het buitenland zou zijn. Hij ziet liever dat een deel van het Europese budget voor de Erasmusbeurzen wordt uitgegeven aan diplomamobiliteit: studenten zouden vaker een diploma aan een buitenlandse instelling moeten behalen.

Tags: internationalisering | erasmusprogramma | nuffic

Advertentie