Onderwijskeurmeester NVAO moet wel bijtijds kunnen ingrijpen

Tweede Kamer akkoord met instellingsaccreditatie

kwaliteitscontrole accreditatie
Illustratie Pixabay

Elke opleiding in het hoger onderwijs krijgt eens in de zes jaar een panel van deskundigen op bezoek dat zich buigt over de kwaliteit: zit het programma goed in elkaar, zijn de faciliteiten in orde, wat is het niveau van de scripties? Dat doet dus de NVAO.

Het kabinet steunt nu plannen om dat door de universiteiten en hogescholen zelf te laten doen. Die moeten dan de kwaliteit van afzonderlijke opleidingen bewaken. De Tweede Kamer bleek twee weken geleden tijdens een overleg met minister Dijkgraaf nog lang niet overtuigd van de voordelen van deze zogenoemde instellingsaccreditatie.

GroenLinks is bang dat zo’n grote stelselwijziging voor een verzwaring van de werklast zal zorgen. In een motie vroeg ze de regering om de huidige manier van keuren intact te laten en alleen in te zetten op het verbeteren ervan.

Steekproeven
De regeringspartijen steunden de motie van GroenLinks dinsdag niet. Toch hebben VVD en CDA nog veel vragen over de nieuwe plannen. Als instellingen zelf de deskundigen gaan inhuren voor het keuren van hun opleidingen, gebeurt het dan wel onafhankelijk genoeg? De NVAO moet dan in elk geval wel gedegen steekproeven kunnen doen bij opleidingen als ze dat nodig vindt. Een motie van VVD en CDA hierover kreeg vrijwel unanieme steun in de Tweede Kamer.

Minister Dijkgraaf zei twee weken geleden tijdens het debat dat hij deze steekproeven een goed idee vindt, maar hij wil door met instellingsaccreditatie. Volgens hem kan het nieuwe systeem de ‘kwaliteitscultuur’ binnen de instellingen versterken.

Hij ging toen niet in op de fundamentele kritiek van de Onderwijsraad dat extern toezicht niet bedoeld is om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren, maar om die te bewaken. Daarvoor zou de overheid elke opleiding afzonderlijk moeten blijven keuren.

Advertentie