Tweede Kamer voor selectie lerarenopleiding
Minister Bussemaker wil dat alleen de beste studenten naar de lerarenopleidingen gaan. Daarom zouden die opleidingen hun studenten moeten selecteren. De Tweede Kamer is dat met haar eens.
Gisteren sprak de minister met de Tweede Kamer over een waaier aan onderwerpen die allemaal met leraren te maken hadden: hun salaris, hun status, hun arbeidsvoorwaarden enzovoorts.
Maar ook de aanwas van nieuwe leraren kwam aan bod. Enerzijds wil het kabinet dat er meer studenten komen voor lerarenopleidingen in vakken als techniek en natuurkunde. Anderzijds moet het moeilijker worden om tot een lerarenopleiding te worden toegelaten.
“Het moeten de beste studenten zijn die we hebben”, aldus Bussemaker. “We moeten ook eerlijk zijn en aankomende studenten vertellen of ze geschikt zijn voor het vak.” Ze wil daarom de instroomeisen aanscherpen.
De Tweede Kamer blijkt dat idee te steunen, al plaatste Roelof Bisschop van de SGP een paar kanttekeningen. De ene pabostudent gaat lesgeven aan kleuters, de andere aan leerlingen in de bovenbouw. “Ik kan me voorstellen dat lang niet voor alle doelgroepen dezelfde instroomeisen relevant zijn”, zei hij.
Pieter Duisenberg van regeringspartij VVD haakte daar op in. Zou het mogelijk zijn om twee stromen te maken in de pabo: voor de bovenbouw en de onderbouw? En vergen die dan verschillende instroomeisen?
Bussemaker begreep de vraag, maar wilde verder kijken dan alleen de pabo. Er zijn immers ook academische pabo’s, associate-degree-opleidingen, hbo-lerarenopleidingen en academische lerarenopleidingen. Ze wil kijken hoe alle diploma’s zich verhouden tot de behoeften in het onderwijs, zei ze tegen de Kamer.
Ze voegde eraan toe dat ze graag meer docenten met een masteropleiding zou willen zien in het onderwijs, maar ze vond het ook weer niet nodig dat alle leraren een masterdiploma zouden halen. Een paar docenten met een hogere opleiding kunnen al een groot effect op het hele team hebben, zei ze.