Tweede Kamerleden kritisch over UvA tijdens Maagdenhuis-hoorzitting

De onvrede aan de Universiteit van Amsterdam is te wijten aan Haags beleid, herhaalde het UvA-bestuur meermaals. Maar de Kamer liet zich de schuld niet in de schoenen schuiven. “Bent u het met mij eens dat u ook ándere keuzes had kunnen maken?”

Zelfs CDA-Kamerlid Michel Rog, die de afgelopen weken slecht te spreken was over de actievoerders in het Maagdenhuis, legde waarnemend UvA-voorzitter Dymph van den Boom het vuur aan de schenen. “Buitengewoon ernstig”, noemde hij het, “dat een generatie studenten opgroeit met het idee dat ze een gebouw moeten bezetten om gehoord te worden”. “Had u niet wat eerder moeten ingrijpen?” vroeg hij Van den Boom tijdens een hoorzitting in de Tweede Kamer.

“U verwijst naar regels vanuit Den Haag”, vervolgde Paul van Meenen (D66), “maar wat zijn die regels dan? Welke regels verhinderen u om nu meteen de positie van de medezeggenschap te versterken?” Ook wilde hij niets weten van het argument dat de gewraakte bezuinigingen op de faculteit geesteswetenschappen geheel te wijten zijn aan keuzes van het kabinet. “Elke universiteit verdeelt het geld uit Den Haag zelf over de faculteiten. Dat is dus úw keuze. Ik vind dat u zich te veel verschuilt achter Den Haag.”

De Tweede Kamer hield vanmiddag een hoorzitting over ‘rendementsdenken’ in het hoger onderwijs naar aanleiding van de bezetting van het Maagdenhuis, en daarvoor het Bungehuis, van de Universiteit van Amsterdam. 

“U doet net alsof wij verkeerde keuzes maken”, verdedigde bestuursvoorzitter Van den Boom zich. “Maar we wijken echt niet veel af van wat andere universiteiten doen.” Het ontlokte Van Meenen een geïrriteerd “nee dat zeg ik niet”. “Maar het is úw keuze, dat is het punt dat ik probeer te maken.”

Jasper van Dijk (SP)  kwam hem te hulp: “Los van de vraag of keuzes goed of fout zijn, bent u het met ons eens dat er maximale medezeggenschap moet zijn van studenten en docenten?” Ook Mohammed Mohandis (PvdA) wilde van de waarnemend UvA-voorzitter weten in hoeverre studenten en docenten van de medezeggenschap worden betrokken bij de verdeling van geld.

Van den Boom: “Wij hebben instemmings- en adviesrecht conform wat in de wet is vastgelegd. Wij wijken daarin niet af van andere universiteiten.” Even trok ze het boetekleed aan. “Als we beter hadden geluisterd naar de werkvloer en naar de studenten, dan was dit nooit gebeurd. In die zin is dit wel een wake up call geweest.”

Denken in termen van rendementen is kwalijk, was de strekking van de bijdrage van de meeste sprekers die de Kamer had uitgenodigd: het moet allemaal zo snel en efficiënt mogelijk en in die mallemolen vergeten we studenten uit te dagen, krijgen docenten nooit een vast contract en verwatert de algehele kwaliteit van het onderwijs.

Een tegengeluid kwam van Harm Beertema van de PVV. “Is rendementsdenken niet gewoon de prijs die we betalen voor de enorme emancipatieslag die we de afgelopen decennia hebben gemaakt? Vrouwen, en jongens en meisjes uit de arbeidersklasse hebben nu massaal toegang tot het hoger onderwijs. Dat is toch victorie!”

Hij kreeg bijval van UvA-student Aldert Bergstra - “studeer ik aan marxistische universiteit, ben ik het plotseling eens met de PVV” - en van Jean Tillie, UvA-hoogleraar en HvA-domeinvoorzitter: “Denken in termen van rendement heeft wél bewerkstelligd dat vrouwen, arbeiders en mensen met lage inkomens toegang hebben gekregen tot het hoger onderwijs. Het alternatief is een terugkeer naar de elitaire universiteit van vroeger.”

Advertentie