Uitkomsten onderzoek leenangst studenten aanstaande

De resultaten van het nieuwe onderzoek naar leenangst van het Sociaal Cultureel Planbureau, worden deze of volgende week bekend gemaakt. Maar of de visie van de politieke partijen daardoor zal veranderen, valt te betwijfelen.

Het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) heeft opnieuw onderzoek gedaan naar leenangst onder (aankomende) studenten. Het rapport is op een haar na klaar en het wachten is op het moment dat minister Bussemaker het rapport naar de Tweede Kamer stuurt. De vraag is of het nieuwe rapport andere uitkomsten opleveren, dan het eerdere rapport dat het SCP in het najaar over leenangst maakte.

Dit eerdere rapport werd gemaakt op verzoek van de Tweede Kamer, nadat de minister in verhitte debatten over de basisbeurs schermde met berekeningen van het Centraal Plan Bureau waaruit zou blijken dat slechts een handjevol jongeren zou afzien van een studie. De toegang tot het hoger onderwijs zou niet noemenswaardig in gevaar komen, was de conclusie. Die berekeningen lagen al snel onder vuur en moesten uiteindelijk worden aangepast.

Daarbij vroeg de Tweede Kamer welke gedragsverandering het leenstelsel onder jongeren teweeg zou brengen. Dat laatste heeft het Sociaal en Cultureel Planbureau nu gedaan. “Ik vind dat een heel belangrijk onderzoek”, zei minister Bussemaker tegen de Tweede Kamer, “omdat ik wil dat het hoger onderwijs voor gemotiveerde studenten altijd mogelijk blijft, voor welke inkomensgroep dan ook.”

Daarin vond ze oppositiepartij D66 aan haar zijde. “Als de uitkomsten van het SCP er zijn, kunnen we meer zeggen over de wijze waarop we aan knoppen moeten draaien om de toegankelijkheid te verbeteren”, zei kamerlid Paul van Meenen, die onder voorwaarden bereid is de minister te steunen.

In het rapport dat het SCP vorig najaar schreef, stelden de onderzoekers vast ‘dat er een zekere bereidheid is om geld te lenen naast de basisbeurs, maar dat het animo niet heel groot is’. Mocht de basisbeurs werkelijk verdwijnen, dan wil bijna 70 procent van de scholieren en studenten ‘zo min mogelijk’ lenen. Een klein percentage wil naast de studie extra gaan werken. Bijna 60 procent wil langer bij zijn ouders blijven wonen.

Maar belangrijker voor het kabinet was een andere conclusie: maar weinig scholieren en studenten zouden afzien van een studie als er een leenstelsel komt. Daarin zal een paar maanden later weinig zijn veranderd.

Politiek gezien zijn de onderhandelingen van minister Bussemaker met D66 en GroenLinks een stuk spannender. Deze oppositiepartijen, die niets willen zeggen over hun gesprekken met het kabinet, zijn in principe bereid een leenstelsel te steunen en kunnen de regering in de Eerste Kamer aan een meerderheid helpen.

Maar de oppositiepartijen hebben allang bepaald wat hun voorwaarden zijn. Daar hebben ze het SCP niet meer voor nodig. D66 wil meer investeringen in onderwijs. GroenLinks wil een hogere aanvullende beurs en lagere collegegelden. Het is de vraag hoeveel water ze bij de wijn willen doen.

Advertentie