Universiteit kende in 2017 een recordaantal promoties
Een ander opmerkelijk record werd vorig jaar gevestigd door Pieter Doevendans. De hoogleraar cardiologie, die ook in 2014 met vijftien promoties al promotor van het jaar werd, deed er drie jaar later nog een schepje bovenop en verscheen in 2017 liefst zestien maal als promotor in de Senaatszaal. Een en ander blijkt uit de jaarlijkse telling van DUB, een traditie die eind 1988 in het toenmalige papieren Ublad het levenslicht zag en die nu dus zijn dertigste aflevering beleeft.
Uit de jongste telling blijkt overigens dat er de laatste tijd op het promotiefront weinig nieuws onder de zon is. Zo was, net als in voorgaande jaren, ook in 2017 het aantal vrouwelijke promovendi licht in de meerderheid. Die dominantie is vooral te danken aan het grote aantal gepromoveerde vrouwen in de medische hoek. Alleen in de faculteiten Bèta- en Geowetenschappen voeren mannelijke promovendi nog steeds de boventoon.
Het UMC ontpopte zich wederom als ‘promotiefabriek’. De faculteit Geneeskunde nam vorig jaar bijna de helft van het aantal Utrechtse promoties voor zijn rekening. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het bij de promotoren vooral hoogleraren uit die faculteit zijn die qua aantal begeleide promoties hoog scoren.
Promotor | Faculteit | Aantal |
Pieter Doevendans | Geneeskunde | 16 |
Albert Heck | Scheikunde | 10 |
Leonard van den Berg | Geneeskunde | 9 |
Max Viergever | Geneeskunde | 8 |
Ime Borel Rinkes | Geneeskunde | 7 |
Marjolein Dijkstra | Natuurkunde | 7 |
Jan Lagendijk | Geneeskunde | 7 |
Bert Leufkens | Farmacie | 7 |
Nu alle oude jaargangen van het Ublad online kunnen worden geraadpleegd, is het interessant om nog eens terug te kijken naar de allereerste publicatie op 16 december 1988. Wat vooral opvalt is de enorme groei die het aantal promoties in Utrecht in dertig jaar te zien heeft gegeven. In 1988 behaalden in Utrecht welgeteld 240 promovendi hun doctorsbul en dat was in dat jaar al een fors aantal vergeleken met de jaren ervoor.
Ook toen voerde Geneeskunde de ranglijst aan, maar dat kwam vooral omdat de Bètafaculteit nog niet bestond. Bij elkaar opgeteld zorgden de vijf subfaculteiten in de bètahoek in dat jaar voor 69 promoties tegen 54 voor Geneeskunde. Ook onder de promotoren was de spreiding over de faculteiten toen groter. Zo werd naast immunoloog Jan Verhoef ook geograaf Frans Dieleman in 1988 promotor van het jaar. En een paar jaar later legde met Jan Jongeneel zelfs een theoloog beslag op die titel.
Ook in ander opzicht zijn de tijden veranderd. Uit het begeleidende artikel uit 1988 blijkt bijvoorbeeld dat de doctorstitel voor onderzoekers in die tijd nog allesbehalve een vanzelfsprekendheid was. Zelfs hoogleraren waren niet altijd gepromoveerd. Zo droeg sociaal geograaf Joost Hauer, toch een van de meer succesvolle promotoren in dat jaar, bij gebrek aan een voltooid proefschrift de nu wel heel merkwaardig aandoende titel Prof. drs.
2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | |
Geneeskunde | 198 | 220 | 227 | 219 | 231 |
Bètawetenschappen | 147 | 125 | 119 | 122 | 138 |
Geowetenschappen | 40 | 43 | 53 | 46 | 51 |
Geesteswetenschappen | 35 | 56 | 46 | 45 | 51 |
Diergeneeskunde | 44 | 41 | 37 | 44 | 36 |
Sociale Wetenschappen | 45 | 46 | 47 | 41 | 31 |
REBO | 33 | 24 | 25 | 36 | 29 |
TOTAAL | 542 | 555 | 554 | 553 | 567 |
2013 Man / Vrouw | 2014 Man / Vrouw | 2015 Man / Vrouw | 2016 Man / Vrouw | 2017 Man / Vrouw | |
Geneeskunde | 79/119 | 88/132 | 100/127 | 88/131 | 95/136 |
Bètawetenschappen | 82/65 | 75/50 | 66/53 | 80/42 | 88/50 |
Geowetenschappen | 21/19 | 20/23 | 38/15 | 24/22 | 27/24 |
Geesteswetenschappen | 19/16 | 27/29 | 25/21 | 26/19 | 24/27 |
Diergeneeskunde | 17/27 | 18/23 | 14/23 | 10/34 | 13/23 |
Sociale Wetenschappen | 12/33 | 10/36 | 16/31 | 15/26 | 11/20 |
REBO | 11/22 | 13/11 | 7/18 | 18/18 | 11/18 |
TOTAAL | 241/301 | 251/304 | 266/288 | 261/292 | 269/298 |
Utrechtse promotoren vanaf 1900 | 2017 | ||
1 | M. Viergever | Geneeskunde, 1988 | 143 |
2 | J. Beijnen | Farmacie, 1994 | 117 |
3 | J. Verhoef | Geneeskunde, 1980 | 110 |
4 | D. Grobbee | Geneeskunde, 1997 | 106 |
5 | W. Mali | Geneeskunde, 1989 | 102 |
6 | W. Seinen | Biologie, Diergeneeskunde, 1984 | 101 |
7 | L. Ornstein | Natuurkunde, 1914 | 93 |
8 | R. Kahn | Geneeskunde, 1993 | 90 |
9 | P. Doevendans | Geneeskunde, 2004 | 88 |
10 | D. de Wied | Geneeskunde, 1963 | 86 |
11 | J. Sixma | Geneeskunde, 1975 | 82 |
12 | J. Vliegenthart | Scheikunde, 1980 | 81 |
13 | W. Gispen | Geneeskunde, 1980 | 80 |
14 | J. Clevers | Geneeskunde, 1991 | 79 |
15 | M. Werger | Biologie, 1980 | 76 |
16 | J. Geus | Scheikunde, 1980 | 75 |
17 | J. Overbeek | Scheikunde, 1946 | 71 |
18 | W. Hennink | Farmacie, 1992 | 67 |
H. Zwaardemaker | Geneeskunde, 1897 | 67 | |
20 | A. Heck | Scheikunde, 1998 | 65 |
J. Schellens | Farmacie, 1999 | 65 | |
*Het betreft uitsluitend promoties aan de UU | *jaar = jaar van aanstelling |