Universiteit Utrecht op koers met prestatieafspraken
De strategische onderzoeksthema’s staan steeds beter op de kaart, het onderwijs wordt vernieuwd en valoriseren gaat ook goed. De UU lijkt de meeste prestatieafspraken die zij met het ministerie heeft gemaakt te gaan halen. Toch zijn er ook aandachtspunten.
De Universiteit Utrecht slaagt erin keuzes te maken in haar onderzoeksbeleid. De investeringen in vier nieuwe strategische thema's en elf veelbelovende focusgebieden laten zien welk onderzoek prioriteit krijgt. Ook is er steeds meer samenwerking met bedrijven, overheden en andere onderzoeksinstellingen en weten Utrechtse wetenschappers hun onderzoek steeds beter ‘te verkopen’ of de maatschappij duidelijk te maken waarom hun werk van belang is. Verder krijgen bachelorstudenten kleinschaliger en intensiever onderwijs en zullen masteropleidingen in de nabije toekomst beter aansluiten op de arbeidsmarkt.
Dat alles staat te lezen in een tussentijdse rapportage (pdf) over het Strategisch Plan 2012-2016 (pdf) die het universiteitsbestuur opstelde. Een belangrijk onderdeel van dat plan vormden de zogenoemde prestatieafspraken die de UU, net als alle andere universiteiten, meer dan twee jaar geleden maakten met de toenmalige staatssecretaris Halbe Zijlstra. Met die afspraken legden universiteiten vast hoe zij zich van elkaar wilden gaan onderscheiden en hoe zij de kwaliteit van onderzoek en onderwijs wilden verbeteren. Tot en met 2017 wordt 7 procent van het Rijksbudget verdeeld op basis van deze afspraken.
Destijds kreeg het pakket aan maatregelen dat de UU voorstelde als enige van alle universiteiten het predicaat ‘excellent’. Dit leverde de universiteit een extra financiële bonus op van 3,5 miljoen per jaar. De komende jaren ontvangt Utrecht om en nabij 20 miljoen euro uit Den Haag om de prestatieafspraken na te komen.
Zo’n beetje halverwege de looptijd van het universitaire strategische plan 2012-2016 maakte het universiteitsbestuur dit najaar een tussenbalans op. Die was ook nodig om materiaal aan te dragen voor een midterm reviewcommissie van het ministerie die moest beoordelen of de universiteiten op de goede weg zijn. Die commissie bekeek vooral of universiteiten er in slagen om zich met eigen accenten in het onderzoek en onderwijs te profileren. En dat is dik in orde, maakte zij in november al bekend.
Het universiteitsbestuur concludeert dat de UU ook met andere afspraken over onderzoek, onderwijs en ondersteuning op koers ligt. Een hele prestatie, vindt het bestuur, gezien het feit dat de overheid deze afspraken niet op alle fronten nakomt. Zo hebben universiteiten niet de mogelijkheid gekregen om extra geld te vragen van studenten van honoursprogramma’s. De UU besloot daarop uit eigen middelen een miljoen per jaar voor dit onderwijs ter beschikking te stellen.
Aandachtspunten
Toch zijn er ook aandachtspunten, meldt het universiteitsbestuur. Zo wordt nog hard gewerkt aan een goede registratie van het aantal contacturen voor studenten. De UU heeft beloofd dat alle eerstejaars studenten minimaal 12 uur per week college volgen of in ieder geval iemand van zijn of haar opleiding spreken.
Ook lijkt de groei van het aantal bko’s af te nemen. Met deze basiskwalificatie onderwijs bewijzen docenten dat ze goed onderwijs kunnen geven. De UU heeft afgesproken met het ministerie dat in 2016 minimaal 80 procent van alle vaste stafleden zo’n certificaat heeft. In 2010 had 60 procent van de Utrechtse docenten een bko.
De universiteit merkt tenslotte op dat er nog extra energie gestopt moet worden in de deelname aan het onderwijs in ondernemerschap. De UU heeft afgesproken dat het aanbod van dit onderwijs wordt uitgebouwd, maar nu verschilt het per faculteit nog zeer hoeveel studenten vakken volgen over ondernemerschap.