Universiteit verliest rechtszaak over hoge tarieven tweede studie

Universiteiten en hogescholen moeten van de rechter openheid van zaken geven: zijn de soms torenhoge tarieven voor ‘tweede’ opleidingen redelijk of draaien ze hun studenten een poot uit? Het vonnis kan het einde inluiden van buitensporige instellingscollegegelden.

Een studente had de zaak tegen de Vrije Universiteit aangespannen. Ze wilde kaakchirurg worden en moest daarom na haar master tandheelkunde een tweede masteropleiding volgen: geneeskunde. Daarvoor bracht de Vrije Universiteit haar vijftienduizend euro in rekening.

Dat mag niet zomaar, vinden de rechters van het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs. De VU moet uitleggen hoe zij tot dit tarief is gekomen en een nieuwe beslissing nemen over het beroep dat de studente tegen het hoge tarief heeft ingesteld.

De uitspraak betekent een overwinning voor de Stichting Collectieve Actie Universiteiten (SCAU), die al jaren tegen de hoge instellingstarieven vecht en die de studente bij haar proces bijstond.

Universiteiten weigeren namelijk inzage in de kosten van het hoger onderwijs en willen geen verantwoording afleggen voor hun collegegelden. Daardoor kan een master geneeskunde aan de ene universiteit duizenden euro’s duurder zijn dan aan de andere (van vijftienduizend euro aan de Vrije Universiteit tot 32 duizend euro in Maastricht).

De universiteiten stellen dat de kosten van het onderwijs moeilijk inzichtelijk te maken zijn. Ze zullen dat nu toch moeten doen, heeft de rechter bepaald. “Ze vallen nu in hun eigen zwaard”, zegt advocaat Maarten Kalkwiek. “Als de onderwijskosten niet te berekenen zijn, kunnen de onderwijsinstellingen ook hoge tarieven niet verantwoorden.”

De SCAU heeft alvast een voorschot op hun berekening genomen. Met een beroep op de wet openbaarheid van bestuur hebben de studenten bij alle universiteiten informatie opgevraagd over de bekostiging van het hoger onderwijs. Daaruit zou volgen dat een opleiding geneeskunde zo’n 5,5 duizend euro per jaar kost. Het zou onredelijk zijn om dan het drievoudige in rekening te brengen, aldus de SCAU.

Deze zaak is van belang voor alle studenten die zich nog gaan inschrijven voor zo’n tweede opleiding in het hoger onderwijs en ook voor studenten die dat net hebben gedaan: vanaf het moment van inschrijven hebben ze zes weken om beroep aan te tekenen tegen het tarief.

Naar verwachting doet het Gerechtshof in Amsterdam deze zomer een uitspraak die misschien nog veel verder zal strekken, aldus Kalkwiek. Die uitspraak gaat over de tarieven die de universiteiten in het verleden in rekening hebben gebracht. Als de rechter oordeelt dat universiteiten geen duizenden euro’s collegegeld in rekening mochten brengen zonder deugdelijke onderbouwing, kunnen veel studenten en oud-studenten geld terugvragen.

Advertentie