Universiteiten bieden te weinig schakeltrajecten voor hbo’ers
Op verzoek van het ministerie heeft de Inspectie van het Onderwijs bij 13 universiteiten uitgezocht hoeveel schakeltrajecten zij aanbieden voor hbo’ers die een wo-master willen volgen. Aanleiding was een steekproef van de Landelijke Studentenvakbond in 2018. Uit informatie op websites van masteropleidingen concludeerde de LSVb toen dat zo’n 12 procent van de onderzochte masteropleidingen geen hbo’ers toeliet.
De inspectie besloot navraag te doen bij nagenoeg alle masteropleidingen: 701 om precies te zijn. Daarvan laten er 205, bijna 30 procent, geen hbo’ers toe. Als de – ook voor wo-bachelors beperkt toegankelijke – researchmasters buiten beschouwing blijven, dan biedt nog altijd ruim 18 procent van de masteropleidingen geen schakeltrajecten voor hbo’ers aan.
Grote verschillen
In het algemeen lijkt het aantal niet-toegankelijke masters sinds 2016 te zijn afgenomen, schrijft de inspectie, maar er zijn grote verschillen per instelling. Bij de Universiteit Leiden en de Universiteit van Amsterdam is ongeveer de helft van de masteropleidingen niet toegankelijk voor studenten met een hbo-diploma, maar in Eindhoven en Wageningen kunnen ze bij alle masteropleidingen terecht, al dan niet met een schakeltraject.
De Universiteit Leiden liet de inspectie weten dat het hbo-niveau voor veel opleidingen ontoereikend is. Maar er blijken ook masteropleidingen zonder schakeltraject te zijn waar instroom in sommige gevallen toch mogelijk is. En de Universiteit van Amsterdam verwacht dat acht van de elf reguliere masteropleidingen volgend jaar een schakelprogramma zullen bieden. Het plaatje zal er daar dus anders gaan uitzien, verwacht de inspectie.
Dat zou tijd worden, vindt LSVb-voorzitter Carline van Breugel. ‘Het is te bizar voor woorden dat universiteiten deze studenten simpelweg niet de kans geven om door te studeren. Sterker nog, dat universiteiten hun wettelijke verplichting om in deze doorstroom te voorzien ontwijken.’
Geld
Vorig jaar schreef minister Van Engelshoven nog dat universiteiten geen aparte financiering nodig hebben voor schakelprogramma’s. Het aanbieden van deze programma’s behoort gewoon tot de wettelijke taken van de universiteiten, was toen haar idee.
Universiteiten krijgen inderdaad geen aparte financiering voor de schakelprogramma’s. Ze mogen er wel extra collegegeld voor vragen: anderhalf keer het reguliere tarief voor maximaal een jaar ‘schakelen’, maar dat dekt de kosten niet.
Het was een bewuste keuze bij de invoering van het bachelor-masterstelsel. Als je universiteiten apart gaat betalen voor de schakelprogramma’s, dan gaan ze misschien zwaardere eisen stellen dan nodig bij de overstap naar een masterprogramma. Dat zou de vlotte doorstroom van studenten hinderen.