Universiteiten claimen opbrengst leenstelsel
Universiteiten menen dat ze honderden miljoenen euro’s extra tegemoet kunnen zien als de basisbeurs verdwijnt. De opbrengst van een leenstelsel gaat volgens hen niet naar het hele onderwijs, maar alleen naar hbo en wo.
De universiteiten leiden dit af uit de brief die minister Bussemaker vorige week naar de Tweede Kamer stuurde. Als ze gelijk hebben, is er sprake van een drastische koerswijziging van het kabinet. De hogescholen en studentenbond LSVb zijn nog niet overtuigd, maar voorzitter Karl Dittrich van universiteitenvereniging VSNU houdt voet bij stuk.
In het regeerakkoord van VVD en PvdA staat iets heel anders. Daarin wordt het geld (ongeveer een miljard euro per jaar) vooral besteed aan primair en voortgezet onderwijs en het mbo. Verder gaat er 75 miljoen naar fundamenteel wetenschappelijk onderzoek. Voor het hoger onderwijs blijft vrijwel niets over: slechts twintig miljoen euro om de scherpe randjes van het hoge collegegeld voor tweede studies weg te slijpen.
Maar vorige week, toen ze het leenstelsel voor bachelorstudenten een jaar uitstelde, stuurde minister Bussemaker een brief naar de Tweede Kamer waar Dittrich hoop uit put. Daarin staat weliswaar nog steeds dat de opbrengst van het leenstelsel bestemd is voor “onderwijs en onderzoek”, maar in haar toelichting schrijft Bussemaker alleen over hoger onderwijs.
“Investeringen zijn van belang”, aldus Bussemaker, “omdat het hoger onderwijs in Nederland een enorme groei heeft doorgemaakt, zowel in aantallen studenten als in de diversiteit ervan. Deze groei zal naar verwachting doorzetten en we moeten er voor zorgen dat het hoger onderwijs deze ontwikkelingen kan bijbenen.”
Dus dat geld is voor ons, concludeert Dittrich. “Sommigen zullen zeggen: de overheid is niet te vertrouwen, laat je niet blij maken met een dode mus. Maar ik heb nog steeds redelijk vertrouwen dat de overheid haar beloften nakomt. Er wordt altijd gesteggeld en als er een leenstelsel komt, dan zal een deel van de opbrengst misschien naar extra aanvullende beurzen gaan. Dan nog blijven er honderden miljoenen over voor hogescholen en universiteiten. Dat geld hebben ze hard nodig.”
Kai Heijneman van de Landelijke Studenten Vakbond reageert sceptisch. “Je kunt het ook anders lezen”, zegt hij. “Ik heb liever dat de minister letterlijk zegt dat al het geld in het hoger onderwijs blijft. Wij willen overigens helemaal geen leenstelsel. Het is te vroeg om het geld te verdelen.”
Ook de Vereniging Hogescholen vindt dat de hele opbrengst van een leenstelsel – als het er daadwerkelijk komt – naar het hoger onderwijs moet gaan. “Maar dat is nog geen gelopen race”, zegt een woordvoerder. “We weten het op dit moment nog niet.”
Toch zou het ervan kunnen komen. Minister Bussemaker probeert D66 en GroenLinks voor haar plannen te winnen. Deze partijen willen graag meer investeringen in het hoger onderwijs. Volgens verschillende bronnen zouden de partijen nog altijd druk onderhandelen over een akkoord.