Universiteiten die hun eigen opleidingen keuren? De minister is voorstander
Net als zijn voorgangers Jet Bussemaker en Ingrid van Engelshoven vindt minister Robbert Dijkgraaf dat de kwaliteitsbewaking in het hoger onderwijs op de schop moet. Dat blijkt uit antwoorden op schriftelijke vragen van de Tweede Kamer.
Opleidingen worden nu eens in de zes jaar gekeurd door commissies van onafhankelijke deskundigen. Accreditatieorganisatie NVAO beoordeelt of dat goed is gebeurd. Zo ja, dan blijft de overheid de opleidingen bekostigen.
Maar als het aan de minister ligt, krijgt de NVAO een kleinere rol. Universiteiten en hogescholen mogen zelf commissies van deskundigen inhuren en zelf de kwaliteit van hun opleidingen bewaken.
En de NVAO? Die gaat dan eens in de zes jaar controleren of de onderwijsinstellingen dat naar behoren doen. Dat is dus de grote verandering: van opleidingsaccreditatie naar instellingsaccreditatie.
Niet overtuigd
De Tweede Kamer is verdeeld. Van de regeringspartijen is het CDA warm voorstander, maar de VVD is nog altijd niet overtuigd. Waarom moet deze ingrijpende wetswijziging er komen, willen de liberalen weten.
Volgens Dijkgraaf wordt het huidige stelsel nog steeds ervaren als iets dat van buitenaf wordt opgelegd. Docenten en studenten zouden zich daardoor weinig betrokken voelen bij de kwaliteitskeuring. Eerdere aanpassingen hielpen volgens Dijkgraaf wel een beetje, maar veel docenten, studenten en onderwijsleiders zouden de opleidingsbeoordeling nog steeds niet als zinvol ervaren.
In 2018 is er een experiment gestart met lichtere opleidingsaccreditatie. De evaluatie daarvan komt deze zomer, maar volgens de minister is nu al duidelijk dat docenten en studenten zich meer “eigenaar” voelen van het accreditatieproces en er minder “regeldruk” bij ervaren.
Maar de aanpassingen helpen volgens hem niet genoeg, het systeem moet op de schop. Of zoals hij het zegt: “Het is wenselijk nu de volgende stap te zetten in de ontwikkeling van het accreditatiestelsel. Instellingsaccreditatie geeft de noodzakelijke impuls om bij alle partijen in het hoger onderwijs een wezenlijke cultuurverandering op gang te brengen.”
Opdoeken
Sommige dingen veranderen trouwens niet. De minister benadrukt dat elke opleiding, ook in het nieuwe systeem, minimaal eens in de zes jaar wordt beoordeeld door onafhankelijke deskundigen, en dat een negatieve beoordeling kan (en moet) leiden tot het opdoeken van de opleiding.
De VVD wil weten of het niet riskant is dat universiteiten en hogescholen straks zelf de deskundigen mogen benoemen die de opleidingen keuren. Maar volgens minister Dijkgraaf valt dat wel mee. De NVAO zal namelijk – zoals gezegd – ook elke zes jaar checken of de opleidingsbeoordelingen deugen en of de externe deskundigen onafhankelijk waren. Net als nu mogen die deskundigen “ten minste vijf jaar geen directe of indirecte banden hebben gehad met de te beoordelen instelling die leiden tot een conflict of interest of de schijn daarvan”.
Mocht blijken dat een instelling zich niet aan de regels houdt, dan kan dat leiden tot een negatieve instellingsaccreditatie: dan neemt de NVAO het dus weer over. En als een opleiding ernstige kwaliteitsgebreken heeft, dan kan de overheid, in samenspraak met NVAO en onderwijsinspectie, ook tussentijds “daadkrachtig ingrijpen”.
Escalatie
Wordt het bij instellingsaccreditatie niet moeilijker voor docenten en studenten om kritisch te zijn over hun opleiding, vraagt GroenLinks. Als ze denken dat de deskundigen die de opleiding beoordelen hechte banden hebben met het bestuur van hun instelling, kan er zomaar een angstcultuur ontstaan.
Dijkgraaf ziet geen problemen, want hij gaat een paar spelregels meegeven. De rol van medezeggenschapsraden en opleidingscommissies wordt versterkt en de instellingen moeten laagdrempelige “escalatieprocedures” bieden waarin staat wat er gebeurt met kritiek van de medezeggenschap. En individuele studenten en docenten kunnen altijd aankloppen bij een vertrouwenspersoon.
In 2015 adviseerde de Onderwijsraad tegen een pilot met instellingsaccreditatie. De raad was bang dat beoordelingen op instellingsniveau juist afbreuk zouden doen aan het “eigenaarschap” van docenten en studenten. Om die reden wilde de raad de NVAO-accreditatie op opleidingsniveau handhaven.
Maar Dijkgraaf denkt daar, net als zijn voorgangers, anders over. In zijn beantwoording verwijst hij ook naar een pas verschenen advies van de Onderwijsraad dat zeer kritisch was over instellingsaccreditatie. Daar zal hij vóór de zomer op reageren.