Kenniscafé over samenwerking met hbo
'Universiteiten en ministeries moeten over de muren heen kijken'
“Ouderwets gezellig” noemde Tweede Kamerlid Hatte van der Woude het om tien centimeter naast haar gesprekspartners op een podium te staan. Het was nodig voor de livestream: zo paste het uitgelaten gezelschap donderdagavond in hetzelfde camerashot.
In het zaaltje van het Haagse café Dudok zaten zeventig toehoorders. Koepelorganisatie Universiteiten van Nederland blikte deze avond vooruit op de toekomstverkenning van het ministerie van Onderwijs, die volgend jaar verwacht wordt.
Gespreksleider en journalist Frederieke Hegger vertoonde eerst een fragment van onderwijsminister Robbert Dijkgraaf. Die zei dat de waardering voor de maatschappelijke bijdrage van mbo’ers hetzelfde moet worden als voor promovendi en dat de tussenschotten tussen de verschillende onderwijsniveaus weg moeten. Hij wilde af van het beeld van de maatschappelijke ladder en op naar een waaiermodel.
Campus en de regio
Die visie onderschreef Rabobankeconoom Otto Raspe. De universiteit maakt een groot verschil in de economie van een regio en speelt een sleutelrol in bijvoorbeeld de energietransitie. “Campussen zijn een pool van talent, zorgen ervoor dat nieuwe kennis kan worden ingezet en geven startende lokale bedrijven een duwtje in de rug.” Daarbij zijn studenten en afgestudeerden van verschillende niveaus genoodzaakt om samen te werken.
Een goed voorbeeld daarvan had de Groningse klimaatwetenschapper Harro Meijer. Met zijn project ‘Waterstof Werkt’ bouwt en test hij waterstoftankstations door heel Nederland. Studenten van verschillende niveaus werken samen in dat project. Zo onderzoekt een promovendus van het team hoe je ervoor zorgt dat waterstof niet meer weglekt. Een hbo’er gaat op basis van dat onderzoek bekijken hoe tankstations met deze kennis kunnen nieuwe installaties kunnen bouwen. De mbo’er zet zo’n installatie vervolgens in elkaar.
Studenten prikkelen
Zo kan het dus gaan, al gebeurt dat nog weinig. Om meer van dat soort interdisciplinaire projecten te realiseren die de energietransitie mogelijk maken heb je veel talent nodig. Daarvoor moeten zowel universiteiten als de politiek en werkgevers jongeren prikkelen, vonden de gesprekspartners. Arjan van der Stelt van energiebedrijf RWE vertelde dat zijn branche al enkele jaren het collegegeld van masterstudenten betaalt die een keer per maand meelopen bij een energiebedrijf. Een aanwezige student bevestigde dat hij erdoor geïnspireerd was geraakt.
Zo moet dat volgens VVD-Tweede Kamerlid Hatte van der Woude op grote schaal gaan. Om de transitie te maken naar een duurzamere economie moeten er volgens haar harde keuzes gemaakt worden. “Studiekiezers moeten veel meer dan nu geprikkeld worden om de keuze te maken voor bètastudies”. Schaf bijvoorbeeld het collegegeld voor deze studierichtingen af. Of zorg ervoor dat het ministerie van Economische Zaken intensiever samenwerkt met het ministerie van Onderwijs. Zo kunnen ze samen plannen maken welke sectoren ze willen stimuleren. “Universiteiten en ministeries moeten over de muren heen kijken.”
Ze kreeg wel tegengas. Klimaatwetenschapper Meijer zei bijvoorbeeld: “Je weet nooit hoe een nieuwe technologie wordt ontdekt. Zo konden we van tevoren nooit bevroeden dat onderzoekers bij de deeltjesversneller in Zwitserland de basis zouden leggen voor elektrische auto’s. Dat onverwachte is het moeilijke en het mooie van wetenschap.”
Voor de zomer zal minister Dijkgraaf met zijn toekomstverkenning komen. Dan worden zulke discussies ongetwijfeld voortgezet.