Universiteiten: groen licht voor master tot leraar basisonderwijs
Het is nog maar een formaliteit, meent koepelvereniging VSNU, en dan krijgen deze masteropleidingen toestemming om in september 2022 van start te gaan. Studenten kunnen terecht aan de universiteiten van Rotterdam, Leiden en Amsterdam (VU en UvA).
Het was al bekend dat de ‘educatieve master primair onderwijs’ er zou komen. Nieuwe opleidingen moeten altijd eerst aantonen dat ze ‘doelmatig’ zijn, oftewel dat er behoefte aan is. Dat is in het voorjaar al gebeurd.
Daarna gaat kwaliteitskeurmeester NVAO kijken of de opleidingen goed genoeg in elkaar zitten om van start te gaan. Afgelopen week zijn daarover gesprekken gevoerd met de experts die hun oordeel moeten geven, en zij zijn alvast positief.
Stempels
Dus nu is het wachten op de handtekeningen en stempels van het NVAO-bestuur, dat meestal het oordeel van de experts overneemt. De procedure kan nog even duren, maar de universiteiten verwachten geen problemen meer.
Waarom ze niet met hun aankondiging wachten tot de zaak rond is? Hoe eerder studenten ervan horen, zegt een woordvoerder, hoe beter het is. Bachelorstudenten moeten immers op tijd nadenken over hun vervolgonderwijs.
Bovendien is er een lerarentekort. De universiteiten hopen honderdvijftig à tweehonderd nieuwe leraren per jaar te kunnen opleiden. De doelgroep zijn bachelorstudenten in de sociale wetenschappen die alsnog voor het basisonderwijs willen kiezen.
Lange tijd waren de opleidingen tot leraar in het basisonderwijs (pabo) het exclusieve terrein van de hogescholen, maar er kwam steeds meer kritiek op het niveau van de pabo’s. Er kwamen landelijke taal- en rekentoetsen en later ook instroomeisen voor nieuwe pabo-studenten, maar er speelde nog een vraag. Waarom stonden er geen academici voor de klas, vroegen sommigen zich af.
Academisch
Dus begonnen in 2008 de eerste academische pabo’s in Utrecht en Deventer, waarbij studenten na vier jaar een hbo- én wo-bachelordiploma ontvingen. Negen jaar later, in 2017, startte de Radboud Universiteit Nijmegen, zonder samenwerking met hogescholen, met een driejarige academische bacheloropleiding tot leraar in het basisonderwijs.
Deze universitaire masters in Rotterdam, Leiden en Amsterdam zijn een volgende stap. In het wetenschappelijk onderwijs bestaan veel masteropleidingen tot leraar, maar die richten zich op het voortgezet onderwijs.