Universiteiten investeren toch echt, leggen ze uit

De basisbeurs is afgeschaft en vanaf volgend jaar levert dat geld op: het hoger onderwijs krijgt er ruim tweehonderd miljoen euro bij en dat bedrag gaat oplopen. In aanloop naar die ‘winst’ zouden universiteiten en hogescholen vanaf 2015 alvast extra geld besteden aan het onderwijs.

Hogescholen doen dat inderdaad, blijkt uit het inspectierapport ‘De financiële staat van het onderwijs 2016’. Voor het eerst in tien jaar tijd ziet het huishoudboekje van de hogescholen er niet zo goed uit (hun ‘rentabiliteit’ is negatief). Maar dat is dus “conform de afspraken”, schrijven de inspecteurs.

En de universiteiten? Het zou best kunnen dat zij ook extra geld uitgeven, overweegt een woordvoerder van de onderwijsinspectie, “maar dat kunnen wij aan de cijfers niet zien”. Het zichtbare effect “dat we verwacht hadden” is volgens hem niet terug te vinden.

Allerlei verklaringen voor onzichtbaarheid
Toch investeren ze wel degelijk, zegt universiteitenvereniging VSNU. Waarom dat dan niet zichtbaar wordt? Daar zijn allerlei verklaringen voor, stelt woordvoerder Bart Pierik.

Er kwamen in 2016 bijvoorbeeld meer studenten dan gedacht naar de universiteiten. Als dat gebeurt, gaat de rijksbijdrage halverwege het jaar omhoog en zitten de universiteiten opeens met geld waar ze niet op gerekend hebben: dat is niet erg, maar het ziet er op de jaarrekening soms een beetje gek uit. In het hbo gebeurde afgelopen jaar precies het omgekeerde: er kwamen iets minder studenten dan verwacht.

Bovendien investeren de universiteiten vaak in studieplekken, apparatuur, ict en huisvesting, maar die kosten worden in begrotingen over meerdere jaren uitgesmeerd. Die uitgaven zijn dus niet meteen in volle omvang zichtbaar.

Investering in huisvesting zal ook tot negatieve rentabiliteit leiden
Ten slotte moeten universiteiten sparen voor de toekomstige vervanging van hun verouderde huisvesting. De huidige gebouwen zijn meestal veel goedkoper aangekocht dan nu zou kunnen: de prijzen stijgen. Als ze nu geen geld opzij leggen, zijn ze straks te laat en moeten ze dure leningen aangaan.

Dat laatste geldt ook voor nieuwe laboratoria of het investeren in een nieuwe onderzoeksgroep: alles wordt duurder. Als universiteiten daar in de toekomst geen geld voor hebben, moeten ze rente betalen over de leningen die ze afsluiten.

Met andere woorden, ze móeten wel een beetje winst boeken om daar later op in te teren. Die verklaring accepteert de Onderwijsinspectie ook. Sterker nog, waarschijnlijk zullen die investeringen de komende drie jaar alsnog tot een ‘negatieve rentabiliteit’ leiden, oftewel een  iets slechtere financiële positie.

Advertentie