UR akkoord met Strategisch Plan, maar houdt zorgen over facultaire invulling

In het Strategisch Plan stippelt de universiteit de koers uit voor de komende jaren. Begin oktober publiceerde het College van Bestuur de definitieve versie. Hierin is de kritiek vanuit eerdere vergaderingen van de Universiteitsraad verwerkt. Ook zijn hierin de opmerkingen meegenomen die opgehaald zijn vanuit de universitaire gemeenschap.

Open blik, open houding, open wetenschap; samen de wereld duurzaam verbeteren, zo is de titel van het Strategisch Plan 2020-2025. De leidende principes zijn het samenwerken over de grenzen, het werken aan toekomstbestendig onderwijs, het streven naar een hechte gemeenschap, het focussen op duurzame ontwikkeling en de transitie naar Open Science. Bij elke onderdeel worden concrete actiepunten geformuleerd.

Tegemoetkoming kritiek
In een vorige vergadering had de  raad  veel kritiek op het  invoeren van een verplicht kerncurriculum.  Elke bachelorstudent zou een bepaald aantal algemene vakken moeten gaan volgen. In het definitieve plan staat nu dat er onderzocht zal worden óf en zo ja hóe zo’n kerncurriculum eruit moeten komen te zien.

Ook was er bij de vorige vergadering kritiek op de dominante rol van de vier strategische onderzoeksthema’s van de universiteit (Life Sciences, Pathways to Sustainability, Dynamics of Youth en Institutions for Open Societies). Door deze leidende rol in zowel onderwerpkeuze als  financiering van het onderzoek, was de angst ontstaan dat er geen ruimte meer zou zijn voor  ongebonden onderzoek. Ook aan dit punt van kritiek is enigszins tegemoet gekomen. In definitieve plan staat nu dat binnen faculteiten wel degelijk ruimte blijft voor ongebonden onderzoek en dat het onderwijs altijd gekoppeld moet zijn aan onderzoek, ook als de link met een strategisch thema niet direct zichtbaar is.

Te grote stempel
Voor een deel van de raadsleden was deze tegemoetkoming onvoldoende. Ze vinden dat het plan nog altijd teveel nadruk legt op de strategische thema's. Ze vrezen dat sommige faculteiten teveel in de verdrukking komen als het onderzoek van de strategische thema’s zo’n grote stempel op het geheel drukt, vooral als het gaat om de financiering. Dit speelt met name bij de faculteit Geesteswetenschappen. Voor die faculteit ligt de connectie met het strategische thema Institutions for Open Societies het meest voor de hand. Maar dat geldt volgens de raadsleden niet voor al het onderzoek binnen die faculteit. Toine Minnaert en Lieke Schrijvers, twee van de drie raadsleden die tegen stemden, legden hun bezwaren al eerder uit in een opiniestuk. Voor drie raadsleden, die allen onderzoeker zijn binnen de faculteit Geesteswetenschappen, was dat reden om niet in te stemmen met het plan.

Daarnaast blijkt dat meerdere faculteiten in hun eigen strategische plannen weinig aandacht besteden aan het leidende karakter van de strategische thema’s. “Is het niet vreemd voor de beeldvorming als er zo’n discrepantie zit tussen de uitgangpunten van het centrale plan en de uitwerking van de faculteiten?”, vroeg Wim de Smidt, voorzitter van de personeelsgeleding in de raad zich af.

Facultaire plannen
Het College van Bestuur kon zich de zorgen voorstellen, maar liet weten dat met de decanen duidelijk is gecommuniceerd dat het centrale deel van het strategisch plan het kader is waarbinnen de faculteiten zich kunnen bewegen. Volgens het college hebben de decanen daar ook mee ingestemd.

Een meerderheid van de raad heeft nu ingestemd met het centrale deel van het Strategisch Plan. Daar komen binnenkort de definitieve facultaire plannen bij. Die worden dan begin december als een totaal Strategisch Plan voorgelegd aan de Raad van Toezicht. Na het akkoord van die raad, is het Strategische Plan 2020-2025 afgerond.

 

Advertentie