Utrecht lage middenmoter op masterranglijst

Wageningen Universiteit biedt het beste masteronderwijs van Nederland, aldus de Keuzegids Masters die vandaag verschijnt. De UU staat achtste op een ranglijst van universiteiten. De twee Amsterdamse universiteiten eindigen onderin.

Al jaren is Wageningen nummer één in de Keuzegids voor bacheloropleidingen. Voor het eerst komt de universiteit ook bij de masters als beste uit de bus. “Het recept is bekend: intensief onderwijs van hoog niveau met een duidelijke blik op toepassingen”, aldus de redactie.

Vorig jaar stond Maastricht nog boven Wageningen. De zuiderlingen zakken nu naar de derde plaats en moeten ook de TU Eindhoven nipt voor zich dulden. De scores in de gids zijn gebaseerd op studentenoordelen uit de Nationale Studenten Enquête en deskundigenoordelen uit de zesjaarlijkse opleidingsaccreditatie.

Voor studiekiezers zijn de prestaties van afzonderlijke opleidingen belangrijker. De Keuzegids vergelijkt alle masteropleidingen van universiteiten en hogescholen, maar geeft ook een lijst met de vijftien best beoordeelde. Slechts zeven daarvan zijn universitair, acht komen uit het hbo.

Het allerbest scoren de masters nanoscience van de Rijksuniversiteit Groningen en autonome beeldende kunst van Artez: zij krijgen 98 van de 100 punten. Ook al bezet de Universiteit van Amsterdam de één-na-laatste plaats in de ranglijst (voor de VU), de universiteit heeft wel twee masteropleidingen bij de beste vijftien: logica en astronomie & astrofysica. Wageningen heeft vier opleidingen in de top-vijftien.

De UU heeft geen masteropleiding in deze top-15 staan. Binnen de Universiteit Utrecht zal de Keuzegids dit jaar met extra veel aandacht worden gelezen. De universiteit is immers van plan het masteraanbod flink op de schop te nemen.

In het totaaloordeel over alle opleidingen eindigt de UU op een achtste plaats van alle universiteiten. Kleinere universiteiten met een breed opleidingenaanbod als Maastricht en Nijmegen eindigen hoger, maar Utrecht houdt de universiteiten van Leiden (nipt) en van Amsterdam achter zich.

Opvallend is dat Utrechtse onderzoeksmasters, ondermeer in de sociologie, linguistiek en psychologie, vrij goed scoren. Studenten van éénjarige masters, bijvoorbeeld in de rechten, in de sociale wetenschappen en in de kunst- en cultuurhoek, en van beroepgerichte masters in de farmacie en diergeneeskunde zijn vaak een stuk minder tevreden.

De Hogeschool Inholland, die de afgelopen jaren zo vaak onder vuur lag, heeft volgens de gids op twee locaties een hoog gewaarde masteropleiding: leren en innoveren. Mede hierdoor prijkt de hogeschool boven aan de ranglijst van hbo-masteronderwijs: een half punt boven kunstacademie Artez. De Hanzehogeschool Groningen eindigt als laatste.

Maar in het hbo heeft de ranglijst minder zeggingskracht, doordat de hogescholen vaak maar een handjevol masteropleidingen in huis hebben. De enige hogescholen die meer dan tien masteropleidingen aanbieden, zijn de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (17 opleidingen), de Hogeschool Utrecht (29 opleidingen) en Fontys hogescholen (24 opleidingen). Onder deze drie grote aanbieders doet Fontys het minder goed, terwijl Utrecht en de HAN wat hoger scoren.

De makers van de Keuzegids klagen over de voorlichting van hogescholen en universiteiten. “Je voelt je een halve detective als je hiermee bezig bent”, aldus hoofdredacteur Frank Steenkamp in zijn persbericht. “Dat klinkt spannend, maar het is natuurlijk absurd dat de instellingen het voor studiekiezers zo moeilijk maken.”

Veel universiteiten doen schimmig over toelatingseisen en schakelklassen. Ook de hoogte van het instellingscollegegeld wordt pas laat bekend gemaakt, terwijl dat belangrijke informatie is voor geïnteresseerden die al een masterdiploma op zak hebben en niet meer voor het lage wettelijk collegegeld in aanmerking komen. Verder maken de universiteiten nog altijd geen cijfers openbaar over het studiesucces aan masteropleidingen.

Advertentie