Utrecht zakt verder in ranglijst van beste studentenkamersteden
De prijs voor de Beste Studentenkamerstad wordt vrijdag voor de tweede keer uitgereikt door de Landelijke Studentenvakbond (LSVb) en kenniscentrum studentenhuisvesting Kences. Ze vragen daarmee aandacht voor het kamertekort onder studenten, omdat uit de Landelijke Monitor Studentenhuisvesting 2018 blijkt dat veel Nederlandse studentensteden kampen met een tekort aan betaalbare studentenkamers. Waardoor nog altijd duizenden studenten dagelijks heen en weer reizen tussen hun studiestad en het ouderlijke huis. Gemeenten die dit probleem tegengaan met slim beleid worden met de prijs in het zonnetje gezet.
De dertien steden met de meeste studenten werden beoordeeld op basis van hun studentenhuisvestingsbeleid. Werken ze goed samen met woningcorporaties? Hoe makkelijk is het voor particulieren om hun pand te verhuren aan studenten? En hoe goed is de informatievoorziening voor huurders en verhuurders door de gemeente geregeld? Ook is gekeken naar nieuwe initiatieven en projecten.
'Enschede is mooi voorbeeld voor andere steden'
Enschede doet dat dit jaar dus het best, volgens de LSVb. “Ondanks dat de woningnood in Enschede het laagst is, zet de stad zich actief in voor betaalbare en veilige studentenhuisvesting. Ze zijn daarmee een mooi voorbeeld voor andere studentensteden, daar mogen ze trots op zijn”, aldus LSVb-voorzitter Carline van Breugel.
Enschede werkt goed samen met de woningcorporaties en doet veel om studenten een eerlijke kans te geven op een woning. Het kamerplatform dat hiertoe samen met de onderwijsinstellingen is opgezet krijgt veel waardering in het juryrapport.
Wageningen, nummer twee op de lijst, scoort onder meer met haar jaarlijkse monitor studentenhuisvesting die ze samen met de universiteit en studentenhuisvester Idealis maakt. Ook in Tilburg vindt er veelvuldig overleg plaats tussen onderwijsinstellingen, gemeente en corporaties. De stad geeft bovendien kamergaranties aan internationale studenten.
Ranking | Stad | Punten |
1 | Enschede | 28 |
2 | Wageningen | 27 |
3 | Tilburg | 26 |
4 | Maastricht | 25 |
5 | Amsterdam | 24,5 |
Rotterdam | 24,5 | |
6 | Leiden | 24 |
Nijmegen | 24 | |
7 | Eindhoven | 23 |
8 | Den Haag | 22,5 |
Groningen | 22,5 | |
9 | Utrecht | 21,5 |
10 | Delft | 20 |
Opvallend is dat de ranglijst compleet veranderd is ten opzichte van de eerste editie in 2017. Enschede stond toen onderaan en toenmalig winnaar Delft belandt dit keer op plaats tien van de dertien omdat het soepele beleid rondom het omzetten van woningen in kamers het afgelopen jaar veel strenger is geworden.
Ook in andere steden is er een hoop veranderd. “Op het moment staat studentenhuisvesting in veel steden hoog op de agenda, waardoor regelingen onder de loep worden genomen en deze versoepeld worden of juist strenger worden gemaakt”, aldus het rapport.
Utrecht één-na-laatste
De Gemeente Utrecht liet vorig jaar nog drie andere studentensteden achter zich in de ranglijst. Dit jaar staat Utrecht op de één-na-laatste plek. Alleen in Delft zijn studenten, volgens de jury, slechter af als het aankomt op studentenwoningen. Utrecht krijgt een onvoldoende voor helft van de criteria waarop werd getoetst.
De jury is met name kritisch op de wijze waarop de particuliere verhuur in de stad is geregeld, onder andere omdat het in Utrecht het duurste is om te regelen dat je je koopwoning mag verhuren (€ 2.811,80). Daarnaast moet de verhuurder "om een woning te mogen omzetten aan strenge eisen voldoen. Zo moet de woning na omzetting een gebruiksoppervlakte hebben van minimaal 24 m2 per bewoner en zijn er regels voor geluidsisolatie. Ook wordt een vergunning geweigerd wanneer de leefbaarheid in een wijk hierdoor zou worden aangetast."
De Landelijke Studentenvakbond is wel positief over de informatievoorziening van de Gemeente Utrecht voor (ver)huurders. Utrecht haalt op dat gebied, net zoals Amsterdam, de maximale score. Daarnaast is de jury 'enthousiast' over projecten zoals het gratis huurteam, het meldpunt huisjesmelkers en de website normalehuur.nl Dat kan de slechte scores op andere vlakken echter niet meer goed maken.