Utrechts Literatuurhuis naar Duits voorbeeld

Het nieuwe Literatuurhuis moet het centrum worden van alle literaire activiteiten in Utrecht. Tijdens het Uitfeest opende het Huis haar deuren.

"Oh, is hier dat Literatuurhuis?" Een vrouw van een jaar of vijftig loopt langs het monumentale pand op de Oudegracht 237, één deur rechts van Tivoli. Een groot, rood spandoek met witte letters, uitgehangen over de volle breedte van het pand, bevestigt haar gelijk. Op zondag 1 september, tegelijk met het Uitfeest, was de officiële opening van wat in de kranten al het eerste literatuurhuis van Nederland was gaan heten.

Een huis voor de literatuur, een huiselijke sfeer. Bij binnenkomst trekken twee wanden met tot de nok toe gevulde Ikea Billy-boekenkasten meteen de aandacht. Daarin een overzichtswerk van de Moderne Turkse poëzie, Isabelle Allende en Ayn Rand, bundels van de dichters J.H. Leopold, Guido Gezelle en Bert Schierbeek. Op één van de planken staat een rekje rode wijn.

Een paar jaar geleden verzochten een aantal Utrechtse literaire organisatie de gemeente nog het inmiddels ontruimde Ubica-kraakpand aan de Ganzenmarkt voor hen beschikbaar te stellen. Maar door een geste van het Utrechts Monumentenfonds  heeft Het Literatuurhuis de komende drie jaar, tot aan de geplande restauratie, haar onderkomen in het zestiende-eeuwse Regulierenklooster.

De opening van Het Literatuurhuis volgt op de oprichting van de gelijknamige stichting, begin dit jaar. Het doel was toen alle literaire activiteiten in Utrecht centraal aan te gaan sturen. Het grote voorbeeld voor het Huis zoals het er nu staat, waren de Duitse Literaturhäuser, vertelt persvoorlichter Joska Berg. "Elke Duitse stad heeft wel zo'n literatuurhuis; met daarin een podium, een winkeltje, een cafeetje." In Utrecht zet de organisatie in op een laagdrempelig en divers aanbod. Was er in juni een bijeenkomst rond de nieuwe roman van Dan Brown, voor begin oktober staat een cursus rond de Portugese dichter Fernando Pessoa op het programma.

Het Literatuurhuis ontstond uit een samenwerking tussen de Utrechtse literaire organisaties SLAU, De Nacht van de Poëzie, Poëziecircus en het internationale literatuurfestival City2Cities. Al in 2008 deden die organisaties een gezamenlijke oproep aan de gemeente om een toekomstige samenwerking financieel te steunen. Uiteindelijk committeerden gemeente, provincie en via het Letterenfonds ook het rijk zich aan het plan. De faculteit Geesteswetenschappen van de Universiteit Utrecht verbond zich een paar jaar geleden al aan City2Cities.

Daarmee volgt Het Literatuurhuis de weg die een bezuinigende overheid met de culturele sector is ingeslagen (pdf): organisaties moeten fuseren, efficiënter werken en zoeken naar derde geldstromen. Desalniettemin kan het Huis bij de opening steunen op een budget van 300.000 euro. En dat is niet mis, in deze tijden van bezuinigingen op cultuur. Dat ziet ook Ari Doeser, ondernemer in de boekenwereld en voorzitter van stichting Het Literatuurhuis. "Het is echt historisch, want op het gebied van de letteren hebben we dit in Utrecht nog niet eerder meegemaakt. Dit soort bedragen hoorde je voorheen alleen in bijvoorbeeld de theaterwereld."

Achter een voor de opening geïmproviseerde bar schenkt Alain Balistreri bezoekers koffie, bier en wijn in. Alain is vierdejaars student literatuurwetenschappen en werkt drie dagen in de week als projectmedewerker voor Het Literatuurhuis. Daarvoor had hij al stage gelopen bij het Festival Literaire Meesters. Hij vertelt dat Het Literatuurhuis ook aansluiting zoekt bij studerend Utrecht. "Samen met Tivoli gaan we elk seizoen een literaire nachtclub organiseren: een literair evenement, maar wel gemoedelijk en met een biertje. Ik denk dat veel studenten nog niet goed weten wat er in Utrecht allemaal georganiseerd wordt." Voor de eerste editie van deze Literaire Nachtclub komt de Indiase schrijver Manu Joseph (o.a. Het onzichtbare geluk van andere mensen) naar Tivoli.

Daarnaast blijft het Huis de maandelijkse Poetry Slams organiseren in café De Bastaard: een podium voor jong dichttalent,. In eigen huis zijn er lezingen en leesclubs, cursussen, en filmvertoningen rond schrijvers of boeken (waaronder Couperus, Multatulli, Gazdanov). Samenwerkingsverbanden met de studieverenigingen Awater (Nederlands), Alias (Taal en Cultuurstudies) en Euphorion (Literatuurwetenschappen) moeten ook studenten naar het Huis lokken.

De organisatie benadrukt tijdens de openingsdag steeds het al jarenlang bestaande, actieve literaire klimaat in Utrecht. Het Literatuurhuis is het voorlopige slotstuk van een geschiedenis die via de eerste Nacht van de Poëzie uit 1980 langs de Utrechtse literaire festivals en ook bijvoorbeeld het literair theater Salon Saffier loopt. In zijn afsluitende praatje toont voorzitter Doeser zich daarom ambitieus. "Er zou een ondergrondse moeten komen; een baldadig, literair schurkenblaadje", vertelt hij de aanwezigen. "En misschien kunnen we jonge schrijvers wel advies gaan geven voordat zij hun manuscripten indienen, want wie weet hoeveel talent er nu nog verloren gaat."

Het zorgt voor een opgewekte stemming, in het op deze zondagse namiddag uitpuilende Literatuurhuis. "Wat goed, dit initiatief in tijden van bezuinigingen" zegt een bezoeker. Een ander tegen een van de organisatoren: "Ik wens jullie het beste toe".

Advertentie