Utrechts middeleeuws handschrift Psalter opgenomen in Unesco-register
Het Utrechts Psalter heeft een plek weten te bemachtigen in het Memory of the World Register van Unesco. De culturele waarde van deze “Nachtwacht onder de middeleeuwse handschriften” is daarmee internationaal erkend.
“Je hoeft geen specialist te zijn om te zien dat het Utrechts Psalter heel bijzonder is”, zegt hoogleraar Middeleeuwse Schriftcultuur Marco Mostert. Vrijdag is bekend geworden dat het middeleeuwse handschrift door Unesco wordt opgenomen in het register voor documentair erfgoed. Het is een van de belangrijkste en kostbaarste handschriften die zich in een Nederlandse collectie bevindt.
Het werk met 150 psalmen en 16 Bijbelse liederen, werd aan het begin van de negende eeuw in het Franse Reims gemaakt en kwam in 1716 in bezit van de Utrechtse Universiteitsbibliotheek – waar het tot op de dag van vandaag in een kluis ligt. Het is vooral uniek vanwege de 166 afbeeldingen die als commentaar dienen bij het handschrift. “De illustraties zijn heel gedetailleerd en maken het werk erg levendig. Het geeft een goed beeld van het leven in de vroege middeleeuwen.”
“Ik heb het werk van dichtbij gezien, wat heel bijzonder was. Het is toch een beetje de romantiek van het vak”, vertelt Mostert. Hij ziet het Utrechts Psalter ook wel als De Nachtwacht onder de vroegmiddeleeuwse handschriften. “Dit handschrift is met haar betekenis vele malen belangrijker dan bijvoorbeeld de Rembrandts die op dit moment naar Nederland worden gehaald.”
Het werk werd een jaar geleden op initiatief van de Utrechtse conservator Bart Jaski door een Nederlandse commissie van Unesco voorgedragen voor het Memory of the World Register. De conservator gaf destijds al aan dat het Utrechts Psalter een plek verdiende tussen de andere beroemde middeleeuwse handschriften, aangezien het voldoet aan alle belangrijke Unesco-voorwaarden: het is representatief voor de tijd waarin het gemaakt is en heeft later een zeer grote invloed gehad.
De waarde van het Utrechts Psalter wordt nu niet meer alleen door wetenschappers, maar ook door Unesco erkend. Het handschrift is het tiende Nederlandse werk dat in het documentair register is opgenomen. Op dezelfde lijst staan ook de dagboeken van Anne Frank, de negende symfonie van Beethoven en de archieven van de VOC.
De Unesco-erkenning zal zorgen voor een hernieuwde aandacht van het handschrift. Mostert legt uit: “De lijst bevat een selectie van topstukken die een indruk geeft van handschriften die belangrijk zijn en zijn geweest in onze samenleving. Een plekje in dit register geeft een hoop extra prestige aan het werk. En het kan ook zo zijn dat er door de aandacht opnieuw onderzoek zal worden gedaan naar het Utrechts Psalter, met de kennis van nu.”
De erkenning zorgt ook voor een tentoonstelling over het werk in Museum Catharijneconvent, waar bezoekers kunnen bladeren door een replica van het handschrift. Ook kan er worden gekeken naar het origineel, maar die zal na verloop van tijd weer worden opgeborgen in de kluis. “Het is een stevig boek, maar het blijft alleen mooi onder bepaalde condities.”
De uitslag liet deze week overigens nog even op zich wachten. Tijdens de bijeenkomst van de Unesco waarin de genomineerde documenten besproken werden, lagen China en Japan met elkaar in de clinch lagen over een Chinees document. “China wilde documenten over een bloedbad in Nanjing Massacre in het register hebben, maar Japan was daar fel tegen waardoor een diplomatieke rel ontstond. Dit zorgde voor enige vertraging in de uitslag. Volgens de regels van Unesco moeten de teksten acceptabel zijn voor alle mensen.”