UU-campuscolumnist: 'Neem jezelf niet te serieus'

Dieudonnée van de Willige, foto Ivar Pel

Dieudonnée van de Willige werd bijna een jaar geleden campuscolumnist van DUB. Nu de strijd om haar opvolging is losgebarsten, blikt ze terug op een bewogen jaar. 

Fragment:

‘Inmiddels zit ik al zo lang verborgen achter die deur dat ik moeilijk nu pas tevoorschijn kan komen. Met het schaamrood op mijn kaken wacht ik af. Wanneer zouden ze naar bed gaan? Drie kwartier zit ik daar, doodstil en met ingehouden adem. De volgende ochtend rust het juk van de studentenverenigingen op mijn schouders: ik deel hun geheimen en, helaas voor mijn onderzoek, ook hun slaapgebrek.’

(uit: Progressie)

Min of meer ongewild werd Dieudonnée van de Willige (22 jaar, master Molecular and Cellular Life Sciences) tijdens een nachtelijk toiletbezoek deelgenoot van alle introductiegeheimen van de studentenverenigingen Unitas en Veritas. Over het toiletbezoek schreef ze de column ‘Progressie’ en stuurde die in voor de strijd om het campuscolumnistschap. Ze won.

Na de euforie van de bekroning tot eerste campuscolumnist van de UU, werd Van de Willige gelijk geconfronteerd met een onvermijdelijke en niet altijd even leuke kant van het columnistenbestaan: reacties van lezers. Zo werd er geschreven ‘Leuk hoor, mensen afluisteren?’ en ‘Duidelijk te zien dat dit door een niet-verenigingslid geschreven is. Geen goede afspiegeling van de werkelijkheid!’ In levende lijve krijgt de masterstudente eigenlijk nooit van dit soort commentaren. “Met dank aan de fotografie van DUB, want ik lijk helemaal niet meer op de foto die bij de columns staat.”

Soms gebeurt het dat de mensen over wie de columniste schrijft, reageren. Namen wil Van de Willige niet noemen, maar ‘het zijn ook wel de hoger geplaatste personen van de universiteit’. Van de Willige: “Schrijf ik iets over opleidingen of de procedures daar omheen, dan krijg ik wel eens een mailtje of word ik op de gang aangesproken. Ze vragen mij dan hoe bepaalde dingen beter zouden kunnen, waarop ik mijn mening verduidelijk. Of ze daar dan wat aan mee gaan doen, is aan hen. Maar het is in elk geval goed om te weten, dat je als columnist wordt gehoord.”

Hoogtepunt tot nog toe in haar columnistenschap noemt de bètastudente de receptie ter ere van de lancering van de nieuwe DUB-site. Hier maakte collegevoorzitter Yvonne van Rooy een toespeling op haar column over honours-studenten. “Ze had mijn column gelezen, zei ze. Maar ze meldde meteen niet te weten of ze iets met mijn kritiek ging doen.”

Fragment:

Deze doelstelling (dat 8 tot 10 procent van de bachelorstudenten aan een honours- programma moet deelnemen, red.) is bijna grappig te noemen als het geen bittere ernst zou zijn – de UU is hier namelijk helemaal niet klaar voor. Het college van bestuur mag dan achter haar missie voor excellentie staan, dit geldt niet voor de Universiteit Utrecht als geheel.

Uit: Standaarddeviaties

Regelmatig bevatten de columns van Van de Willige kritiek op de universiteit, maar ze gaan ook over een kapotte fiets, het overlijden van haar huisbaas of de uitgestorven Uithof tijdens de zomer. Rode draad in haar columns is dat ze uitgaat van haar eigen verbazing of ergernis. “Ik probeer mijn columns altijd klein en herkenbaar te houden. Het fijnst vind ik om iets te schrijven waar mensen over na moeten denken om de diepere laag te snappen.” In haar column ‘N=1’ koppelt de columniste bijvoorbeeld de wetenschappelijke eis van reproduceerbaarheid aan de sfeer in een onderzoeksgroep. Spitsvondig, klein van onderwerp en het stemt tot nadenken.

Hoe valt dat te rijmen met het Telegraaf-publiek, waarvoor ze nu gaat schrijven? De populistische krant, die bepaald niet bekend staat om haar nuance en verheven onderwerpkeuze, vroeg Van de Willige een column over Utrecht te verzorgen in de Utrecht-tabloid die bij de zaterdagkrant zit. “Ik wil niet een column schrijven of lezen die een feitelijk correct betoog of opiniestuk is. Het is meer spelen met de werkelijkheid, dingen wat aandikken, de nadruk net wat scheef leggen. Niet alles hoeft zo zwaar en serieus te zijn. Het columnformat leent zich daarom uitstekend voor zowel een academisch als een Telegraaf-publiek.”

                Fragment:

Om wat extra af te koelen krijg ik een windmachine op me gericht. Klik, klaar, en voor straf terug naar Utrecht met een bronskleurige poederkop en bijbehorend belachelijk kapsel. Terwijl iedereen me aankijkt alsof ik het zoveelste zonnebankslachtoffer ben, schrap ik een carrière als fotomodel voorgoed van mijn lijstje. Twee dagen later volgt het bericht dat de foto is afgekeurd. Ik mag op herkansing. In Utrecht. Hoera! In Utrecht gaat alles makkelijker, vanzelf bijna. Behalve dan voor de Amsterdamse delegatie die is letterlijk en figuurlijk verdwaald.

(uit ‘Andere stad, je kan me wat!’, Van de Williges eerste bijdrage voor De Telegraaf, over het laten maken van een pasfoto voor bij de krant)

Naast De Telegraaf heeft Van de Willige geen andere schrijfplannen. Althans, nog niet. “Schrijven zal ik altijd met beide handen blijven aanpakken. Maar met scheikunde wil ik ook doorgaan, de kans is groot dat het promoveren wordt. Het liefst doe ik het allebei naast elkaar.”

Haar jaar als campuscolumnist zit er bijna op. Heeft de stukjesschrijfster nog waardevolle tips voor mensen die haar opvolg(st)er willen worden? “Erik Hardeman gaf vorig jaar in de aanloop naar de verkiezing in een DUB-artikel een aantal tips. En hij is toch niet de minste. Twintig jaar lang verzorgde hij de column Schreef voor het Ublad. Als campuscolumnist ontvang je de naar hem vernoemde prijs. Trek je niks aan van welke tip dan ook, was zijn laatste tip. Het is verschrikkelijk cliché maar het klopt wel: als columnist moet je jouw eigen ding doen en je niets aantrekken van wat anderen zeggen. En neem jezelf niet te serieus, dat schept ook een rechtvaardiging om anderen minder serieus te nemen.”

Klik hier voor een interview met Dieudonnée van de Willige over het winnen van het campuscolumnistschap op YouTube.

Meedoen
Om mee te dingen naar de titel van campuscolumnist van de UU moet je vóór 1 december twee columns van minder dan 350 woorden opsturen naar r.agterberg@dub.uu.nl.

Advertentie