UU-rector: scepsis over aanpak wangedrag niet terecht

Foto Shutterstock

De online petitie is een initiatief van medewerkers van het Ethiek Instituut waar vorig jaar een hoogleraar moest vertrekken vanwege wangedrag. Door deze zaak ontstond veel discussie over de universitaire procedures voor meldingen van seksuele intimidatie en ongewenst gedrag.

De inmiddels bijna negenhonderd personen die de petitie hebben ondertekend, dringen er bij het universiteitsbestuur op aan om “zonder verdere vertraging” de aanbevelingen over te nemen van een taskforce van (ex-) studenten.

Die groep waarvan ook enkele leden van de U-raad deel uitmaken, wil dat het UU-bestuur korte metten maakt met “de zwijgcultuur” rondom seksuele intimidate binnen de universiteit. De voorstellen worden onderschreven door een groot deel van de Universiteitsraad.

Urgentie
Naast het rapport van de taskforce ligt er ook een rapport van een onderzoek dat het UU-bestuur zelf heeft laten verrichten. Het gedwongen vertrek van de ethiek-hoogleraar was de directe aanleiding om hoogleraar Eddy Bauw de klachtenregeling ongewenst gedrag te laten evalueren. De aanbevelingen van Bauw en die van de taskforce zijn verwerkt in een nota (hier met Solis-id, red) die het UU-bestuur deze maand naar de U-raad stuurde.

Volgens rector Henk Kummeling is het UU-bestuur van plan vrijwel alle voorstellen uit de twee rapporten over te nemen. Hij betreurt het daarom dat de petitie en enkele uitingen op sociale media de indruk wekken dat het universiteitsbestuur de urgentie van de aanpak van wangedrag niet inziet of zelfs wegkijkt bij problemen. Daarvan is volgens hem geen sprake. “We staan naast elkaar en niet tegenover elkaar.”

Onvrede
Loes van der Woerdt, studentraadslid en lid van de taskforce, toonde zich tijdens de online vergadering blij met de woorden van Kummeling. Zij erkent dat er onvrede is bij veel studenten en medewerkers. Die kijken volgens haar anders naar de nieuwe nota. Die  gaat “lang niet ver genoeg” en blijft ook te vaag. “We herkennen ons niet in alle punten. Dat is jammer.”

Volgens Kummeling kan er alleen verschil van mening zijn over de mate waarin en het tempo waarmee maatregelen worden getroffen. Hij doelt daarbij onder meer op de wens van de taskforce om anoniem melden een belangrijke rol te geven in het preventiebeleid. Het universiteitsbestuur wil daarnaar kijken, maar ziet ook juridische beperkingen. Hetzelfde geldt bijvoorbeeld ook voor het schrappen van de verjaringstermijn voor meldingen van ongewenst gedrag.

Sommige zaken kunnen volgens de rector al voor de zomer geregeld zijn. Dan gaat het bijvoorbeeld om het opzetten van een betere klachtenprocedure en het formeren van een professionelere en onafhankelijkere klachtencommissie. Andere zaken hebben een langere adem nodig, volgens de rector.

Liefdesrelaties
Zo vergt het invoeren van een personal relations policy naar zijn mening een bredere universitaire discussie dan alleen binnen de U-raad. De taskforce pleit voor de snelle invoering van een dergelijk beleid dat aandacht heeft voor de hierarchische verhoudingen binnen de universiteit en bijvoorbeeld liefdesrelaties tussen docenten en studenten uitsluit. Daarbij wordt onder meer verwezen naar afspraken die er binnen de Delfts universiteit bestaan.

De rector verwacht nog voor de U-raad van 16 april een gedetailleerder overzicht te kunnen bieden van de acties die het bestuur wil ondernemen en van de termijnen waarop dat gaat gebeuren. Daarmee hoopt hij aan veel van de bezwaren van de U-raad tegemoet te komen.

Leden in de raad drongen er tijdens de vergadering op aan dat zij nauw betrokken worden bij de verdere ontwikkeling van de plannen. Loes van der Woerdt: “Het gaat hier om zo’n fragiel onderwerp. Dan is het wel belangrijk dat we samen optrekken.”

 

Advertentie