UU schrapt strenge studiepunteneis bestuursbeurs

Op aandringen van de Universiteitsraad is de verhoogde studiepunteneis voor studentbestuurders geschrapt. De oude norm, 30 ects per studiejaar, blijft vooralsnog gehandhaafd.

Studentenverenigingen kunnen opgelucht ademhalen. Het plan om meer studiepunten te eisen van studenten die een bestuursbeurs willen, is van tafel. Voorlopig.

Als je als student in Utrecht een bestuursbeurs wilt, moet je momenteel gemiddeld 30 studiepunten (ects) per jaar halen. De UU wilde die norm vanaf het studiejaar 2013-2014 verhogen naar 45 ects, maar daar heeft de Universiteitsraad een stokje voor gestoken.

Collegevoorzitter Yvonne van Rooy is bereid de verhoogde studiepunteneis voorlopig te schrappen. “We schuiven het door”, zei ze maandag na bezwaren van diverse studentleden in de U-raad. De 45 puntennorm gaat wel gelden voor het eerste jaar, omdat eerstejaars vanwege de verhoging van de norm van het bindend studieadvies (BSA) sowieso 45 studiepunten moeten behalen.

Van Rooy toonde begrip voor de zorg van de studenten in de raad. De studenten vrezen dat de verhoging extra problemen veroorzaakt bij het vinden van nieuwe bestuursleden voor studentenverenigingen. Veel verenigingen merken nu al dat dit lastiger is door de langstudeerdersmaatregel en de onzekerheid rondom de studiefinanciering.

Overigens is er sprake van uitstel, niet van afstel. Afspraak is dat de verhoging van de studiepunteneis in een later stadium weer ter sprake komt. Op initiatief van de U-raad zal een commissie, bestaande uit leden van de U-raad en van gezelligheidsverenigingen, uiterlijk eind 2012 een advies uitbrengen over de toekomst van bestuursbeurzen. Een uitstekend idee, vond Yvonne van Rooy.

De studenten in de U-raad vroegen ook om een verhoging van de bestuursbeurzen. De bestuursbeurs voor fulltime studentbestuurders bedraagt 289 euro per maand. Het plan (pdf) is om de komende jaren geen inflatiecorrectie toe te passen op dat bedrag, zoals nu wel gebeurt. De studenten in de universiteitsraad wilden dit graag gewijzigd zien, maar op dit punt was Van Rooy minder toeschietelijk. In tijden van bezuinigingen moet iedereen wat inleveren en moet het primaire proces zo veel mogelijk ontzien worden, meent ze. “Hoe belangrijk wij verenigingen ook vinden, het is geen onderzoek, onderwijs of valorisatie.”

Advertentie