UU: Strijd tegen fraude begint bij student
Na de Stapel-affaire staat het vergroten van de wetenschappelijke integriteit hoog op de agenda van de Universiteit Utrecht. Het college van bestuur wil de kans op fraude minimaliseren en komt met een actieplan.
Studenten moeten 'wetenschappelijk weerbaar' worden gemaakt, staat in het plan (pdf) van het college van bestuur dat maandag 16 april in de commissie Onderwijs & Onderzoek van de Universiteitsraad wordt behandeld. Al in het eerste studiejaar moeten studenten leren om op een ethische manier om te gaan met prestatiedruk. Wetenschappelijke weerbaarheid hoort bij de academische vorming. Ook voor masterstudenten en promovendi moeten er cursussen zijn waarin wetenschappelijke integriteit centraal staat.
Onderzocht wordt of het wenselijk is om onderzoekers een Code Wetenschapsbeoefening te laten ondertekenen waarin zij verklaren ethisch te handelen en wetenschappelijk integer te zullen zijn.
Op organisatorisch vlak gaat er het een en ander veranderen. De procedure om fraude te melden, moet makkelijker vindbaar worden op de website van de universiteit. Ook zal het in de toekomst niet meer mogelijk zijn dat een en dezelfde persoon zowel de vertrouwenspersoon wetenschappelijk integriteit is als de voorzitter van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit. Op dit moment is dat wel het geval. Professor Hol kan als voorzitter over een zaak moeten oordelen die hij als vertrouwenspersoon heeft behandeld. Dat wordt nu als ongewenst gezien. Hol zal aanblijven als voorzitter. Er wordt een nieuwe vertrouwenspersoon wetenschappelijke integriteit gezocht.
Het college van bestuur wil dat alle behandelde klachten over fraude in de Nederlandse wetenschap geanonimiseerd op de website van de VSNU worden gepubliceerd. Een plan dat VSNU-voorzitter Sijbolt Noorda in maart al aankondigde. Voelt de overkoepelende organisatie van universiteiten hier niets voor, dan wil het college van bestuur een plekje op de UU-site hiervoor reserveren.
De actieplannen van het college van bestuur staan niet op zichzelf. De plannen moeten aansluiten bij de initiatieven die worden ontplooid bij het LOWI (Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit) de KNAW (Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen) en de VSNU (Vereniging Samenwerkende Nederlandse Universiteiten).