UU wil nauwere banden met zee-instituut
De Universiteit Utrecht gaat de samenwerking met het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) sterk intensiveren. Het zee-instituut zit in financieel zwaar weer.
Nieuw is de samenwerking niet. Wetenschappers van het NIOZ en de UU zitten samen in grote onderzoeksprojecten. En meerdere onderzoekers hebben een dubbele aanstelling: ze pendelen tussen Utrecht en de NIOZ-vestigingen in Texel en Yerseke.
Ook gebruiken Utrechtse wetenschappers geregeld de mariene faciliteiten van NIOZ, waaronder oceaanschip Pelagia. "Een héél goed schip" met "prachtige laboratoria". De Utrechtse hoogleraar mariene biogeochemie Caroline Slomp vertelde onlangs in NRC Handelsblad (€) enthousiast over het werken op het onderzoeksschip van het door NWO gefinancierde zee-instituut NIOZ. Een beter schip om bodemmonsters uit de oceaan te verzamelen en onderzoeken, kende ze niet.
Op de Pelagia is de basis gelegd voor veel klimaatstudies die de onderzoekers van de Universiteit Utrecht de laatste jaren publiceerden. Zo is op basis van de oeroude modder van de bodem van de oceaan in kaart gebracht wat klimaatomslagen in de geologische geschiedenis teweeg brachten. Ook weten we meer over de verzuring van de oceaan als gevolg van de verhoogde CO2-uitstoot.
Wat de intensivering van de samenwerking gaat behelzen, is nog onduidelijk. In het maandag door de Universiteit Utrecht verstuurde persbericht geeft de universiteit aan dat zij de samenwerking met het NIOZ "een sterke impuls wil geven" en dat zij uit is op "langdurige" relatie met het oceanografisch instituut.
Maar details over de samenwerking ontbreken in het bericht. Volgens direct betrokkenen moet dat de komende maanden duidelijker worden, als beide partijen hier over verder praten. Het zou in ieder geval gaan over meer gezamenlijke onderzoeksprogramma’s. Ook zouden Utrechtse studenten meer praktijkonderwijs en stagemogelijkheden bij het NIOZ krijgen.
Bij het NIOZ komt een eventueel sterkere rol van de UU als geroepen. Het zee-instituut kampt met financiële problemen. Het onderzoeksinstituut valt onder de hoede van Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), en die heeft besloten te bezuinigen op de subsidie aan het NIOZ. Er ligt een plan van aanpak om de problemen op te lossen.
Welke organisatorische rol in het NIOZ de UU ambieert en of de universiteit geld steekt in het zee-instituut, is niet duidelijk. "Daarover zijn de UU en NIOZ nog in gesprek", laat een UU-woordvoerder weten.
Het zee-instituut zelf staat open voor een sterkere band met de Universiteit Utrecht. "Het NWO-bestuur heeft onlangs besloten dat er naast NWO ook andere shareholders mogelijk zijn", zegt NIOZ-directeur Henk Brinkhuis in een reactie.
Brinkhuis is naast NIOZ-directeur één dag per week hoogleraar in Utrecht. En met hem reizen wel meer collega’s op en neer tussen de Domstad en de NIOZ-vestigingen in Texel en Yerseke. Brinkhuis: "We werken al veel samen, en dat gaan we nu nog meer doen."
Het zee-instituut blijft hoe dan ook een NWO-instituut. Dat betekent dat onderzoekers van alle universiteiten gebruik kunnen blijven maken van de schepen, laboratoria en technische werkplaatsen van het NIOZ. Brinkhuis: "Onze nationale rol blijft hetzelfde."