Uur van de waarheid nadert voor prestatieafspraken
Betere docenten, meer lesuren, minder uitval van studenten… Voor sommige universiteiten en hogescholen blijken de prestatieafspraken te hoog gegrepen, maar moeten ze daarvoor bloeden?
Er hangen miljoenen af van de prestatieafspraken die universiteiten en hogescholen in 2012 met het ministerie van Onderwijs hebben gesloten. De afspraken moeten onderwijsinstellingen dwingen tot verbetering van hun onderwijs en tot scherpere keuzes in hun wetenschappelijk onderzoek.
Maar vooral hogescholen hebben moeite om de afgesproken doelstellingen te behalen, schrijft de reviewcommissie van deskundigen die de uitkomsten moet beoordelen. Met name het studiesucces staat onder druk: hbo-studenten hebben steeds meer moeite om hun diploma te behalen.
Met het studietempo van universitaire studenten is het beter gesteld. Toch zijn de prestatieafspraken ook voor universiteiten nog geen gelopen race. Vooral de verbetering van de docentkwaliteit - krijgen docenten aan de universiteit enige training in didactiek? - laat volgens de commissie nog te wensen over.
De prestatieafspraken werden in 2012 gesloten door toenmalig VVD-staatssecretaris Halbe Zijlstra en zijn een experiment. Zeven procent van de overheidsbekostiging van universiteiten en hogescholen is ervan afhankelijk.
Het uur van de waarheid breekt dit najaar aan. De reviewcommissie gaat dan beoordelen of hogescholen en universiteiten zich aan hun afspraken hebben gehouden. Als ze hun eigen ambities niet halen, mogen ze uitleggen hoe dat komt. De commissie wil oog hebben voor het ‘verhaal achter de cijfers’, schrijft ze.
Deels vertelt de commissie dat verhaal zelf al. Iedere instelling doet zijn best, aldus de commissie, maar soms lukt het gewoon nog niet. Maatregelen hebben nu eenmaal tijd nodig voordat ze volledig effect hebben. Soms zijn resultaten ook pas jaren later zichtbaar. “Duidelijk is thans al wel dat op veel terreinen reeds aanzienlijke voortgang is geboekt.”
De prestatieafspraken zijn fel omstreden. Die hebben volgens hogescholen en universiteiten wel iets in beweging gezet, maar ze zien een vervolg van het experiment niet zitten.
De afspraken geven volgens critici perverse prikkels. Opleidingen zouden vooral hun best doen om studenten door de studie te jagen om het studiesucces te verhogen. Om maar genoeg contacturen te bieden kwamen er zelfs ophokuren in het hoger onderwijs. De afspraken zouden tot rendementsdenken leiden.
Ook juridisch is het maar de vraag of de prestatieafspraken wel waterdicht zijn: onderwijsjuristen denken van niet, omdat de financieringsvoorwaarden voor iedere instelling gelijk moet zijn. Maar in een rechtszaak van de Hogeschool Leiden tegen het ministerie bleven de afspraken toch overeind.
Wel staan de prestatieafspraken formeel te boek als een experiment: dat geeft ruimte om van de wet af te wijken.