Nieuw cao universiteiten
Vakbonden eisen 14,3 procent meer loon
Vorig jaar was de loonstijging aan de universiteiten 4 procent. “Die bijstelling is natuurlijk verdampt door de torenhoge inflatie van afgelopen jaar”, zegt Jan Boersma, bestuurder van FNV Onderwijs en Onderzoek. Dit jaar zetten hij en de andere onderwijsbonden daarom in op 14,3 procent, de inflatie die het CBS afgelopen oktober meldde. Salarissen zouden bovendien elk jaar automatisch moeten meegroeien met de stijgende prijzen.
Dat staat in de gezamenlijke inzet van vakbonden FNV, AOb, CNV en FBZ, die dinsdagmiddag is aangeboden aan de werkgevers. Ook hebben FNV en AOb, samen met de actiegroepen Casual Academy, WOinActie, PNN, Postdocnl en 0.7 een petitie tegen tijdelijke contracten overhandigd die 1.400 keer is ondertekend.
Tijdelijke contracten
“Universiteiten willen voor een dubbeltje op de eerste rang zitten en maken daarvoor al jaren gebruik van de loyaliteit en de intrinsieke gedrevenheid van hun werknemers”, vervolgt Boersma.
Tijdelijke contracten met slechte voorwaarden maken het werk voor onderzoekers en docenten zwaar. De bonden willen dat de universiteiten minder van dit soort dienstverbanden aanbieden. Onder docenten zonder onderzoekstaken moet het aantal tijdelijke contracten dalen van 80 naar 15 procent. Zij moeten na een jaar een vast dienstverband kunnen krijgen. Daarmee willen de vakbonden af van de situatie waarin je vier jaar lang structureel werk doet op tijdelijke contracten.
Werkdruk
Om uitval van personeel tegen te gaan moet de werkdruk bovendien omlaag. Onder docenten kan dat bijvoorbeeld door betere normen af te spreken over de hoeveelheid onderwijsverplichtingen en over de vraag hoeveel docenten een opleiding in dienst moet hebben.
“Ondersteunend personeel en onderzoekers zouden meer realistische taakopdrachten moeten krijgen en publicatienormen moeten worden teruggeschroefd”, licht Boersma toe.
In de inzet staan verder ook richtlijnen over zaken op het gebied van diversiteit en inclusie. Zo wordt er onder meer aangedrongen op een transgenderverlof en een verlof voor vrouwen in de overgang. Ook moet er een landelijk ombudsmeldpunt komen voor mensen die bang zijn om melding te doen bij een ombudsfunctionaris van hun eigen instelling.