Veel UU’ers hebben te maken met ongewenst gedrag

Bijna een derde (32 procent) van alle Utrechtse respondenten zegt gezien te hebben hoe collega’s slachtoffer werden van ongewenst gedrag, zoals roddelen (22 procent), machtsmisbruik (13 procent) of pesten (10 procent). Twee jaar geleden was dit nog  28 procent.

Bijna een vijfde (18 procent) heeft zelf ongewenst gedrag meegemaakt. Ook dat is een lichte stijging in vergelijking met 2023. Toen gaf 16 procent aan slachtoffer te zijn geweest.

Beide percentages liggen ook boven de gemiddelden van andere universiteiten, is te lezen in de resultaten van de medewerkersmonitor die de UU op intranet heeft gezet (alleen met Solis-id).

Nader onderzoek nodig
In totaal vulde de helft van de bijna negenduizend aangeschreven UU-medewerkers de tweejaarlijkse enquête naar werkervaring en werktevredenheid in. Dat is iets minder dan twee jaar geleden. 

Volgens de UU vragen de uitkomsten over sociale veiligheid “nadrukkelijk om aandacht”. Vooral het aantal klachten over roddelen en pesten is toegenomen en is groter dan bij andere universiteiten. Nader onderzoek moet duidelijkheid scheppen over de achterliggende redenen. 

Tegelijkertijd ziet de UU dat het percentage medewerkers dat actie heeft ondernomen om het ongewenste gedrag aan de kaak te stellen, ook is gestegen. Dat wordt gezien als een positieve ontwikkeling. De universiteit heeft in de afgelopen jaren verschillende initiatieven genomen om het bewustzijn over ongewenst gedrag te vergroten en duidelijker te maken bij wie medewerkers terecht kunnen als ze zelf slachtoffer worden.

Goed te spreken
Over het algemeen tonen UU-medewerkers zich vrij positief. Het werken bij de UU krijgt een 7,8 als cijfer, de UU als werkgever een 7,5.

Niet-wetenschappelijk personeel geeft een hoger cijfer dan wetenschappelijke medewerkers. Net als bij eerdere onderzoeken zijn de medewerkers bij de Bestuursdienst het meest tevreden, die van de faculteit Geesteswetenschappen het minst.

In vergelijking met andere universiteiten zijn UU-medewerkers zeer goed te spreken over hun leidinggevende. Die geeft erkenning en bevordert het onderlinge vertrouwen. Ook over hun ontwikkelingsmogelijkheden en de samenwerking met collega’s zijn UU’ers in het algemeen positief.

Wat betreft de werkdruk is er weinig veranderd. Die ligt op hetzelfde niveau als vorige keer en is vooral bij wetenschappers vrij hoog. De ervaren werkdruk is ook hoger dan medewerkers zelf acceptabel vinden, al is de mate daarvan licht afgenomen. Aangetekend moet worden dat bij bijna alle andere universiteiten medewerkers nog meer werkdruk ervaren dan zij zelf toelaatbaar vinden. 

Andere thema’s waar universitaire medewerkers op bevraagd werden, waren onder meer bevlogenheid (iets afgenomen) en hybride werken (nog steeds positief voor werk-privé balans).

Bijna een derde van de medewerkers zegt ten slotte negatieve effecten te ondervinden van de bezuinigingen in het hoger onderwijs, variërend van enigszins negatief (bijna 25 procent) tot zeer negatief (4 procent).

De universiteit wijst erop dat uitkomsten per onderdeel behoorlijk kunnen verschillen. De hoop is dat aan de hand van de medewerkersmonitor op de werkvloer gesprekken gevoerd gaan worden over de arbeidsomstandigheden. Medewerkers kunnen de scores van hun onderdeel terugvinden in een dashboard dat met een solis-id toegankelijk is.