Verhagen: Fundamenteel onderzoek komt niet in de knel
Wetenschappers en bedrijfsleven kunnen meer van elkaar profiteren dan ze nu doen, zegt minister Verhagen van Economische Zaken en Innovatie. Dat gaat niet ten koste van fundamenteel onderzoek, benadrukt hij aan het begin van het academisch jaar.
Vandaag opent de demissionaire CDA-minister het academisch jaar van de Universiteit Leiden. Hij zal er opnieuw een lans breken voor het ‘topsectorenbeleid’ van zijn ministerie. Bedrijfsleven, universiteiten en onderzoekers moeten beter gaan samenwerken op negen gebieden, waaronder chemie, energie, water en voedsel. Verhagen: “We willen dat bedrijven de inzichten van de wetenschap gaan gebruiken om nieuwe oplossingen te bedenken.”
Critici zijn bang dat het ongebonden, fundamentele onderzoek door uw beleid in het gedrang komt. Wetenschappelijke doorbraken zouden zich bovendien nauwelijks laten voorspellen.
“Er blijft genoeg ruimte voor vrij en onafhankelijk onderzoek, dus er kunnen altijd onverwachte doorbraken komen. Maar we zullen toch een antwoord moeten vinden op bijvoorbeeld de vergrijzing en de wereldwijde schaarste aan voedsel, water en energie. Het hoort bij onze maatschappelijke en politieke verantwoordelijkheid om onderzoek naar zulke vraagstukken te bevorderen.”
Je hoort ook wel eens de omgekeerde kritiek: de ‘topsectoren’ zijn veel te groot, u maakt nog steeds geen scherpe keuzes.
“Wij willen innovatie niet vanuit Den Haag regelen, want dat kan helemaal niet. Onderzoekers en ondernemers moeten zelf aan het stuur zitten. En zij zeggen: we moeten ons concentreren op de gebieden waar we goed in zijn en waar we nu ons geld mee verdienen. Het kan best dat die terreinen in de loop van de tijd veranderen. Misschien valt er een topsector af, of komt er een nieuwe bij. Maar intussen is zowel het bedrijfsleven als de wetenschap enthousiast over dit nieuwe beleid – al hadden ze aanvankelijk enige koudwatervrees.”
Eén van de problemen voor de kenniseconomie is het gebrek aan studenten in exacte en technische opleidingen. Wat kunt u daaraan doen?
“Sommige mensen denken dat we zulke opleidingen gratis moeten maken, maar dat lijkt me geen goed idee. Misschien trek je er een paar studenten extra mee, maar die kiezen dan eigenlijk voor het geld en dat is niet de juiste motivatie.
"We moeten de belangstelling al op school aanwakkeren. Bedrijven zouden leerlingen eens moeten vertellen wat ze allemaal met techniek kunnen bereiken. Er zijn ook chemie- en hightechbedrijven die studiebeurzen voor masterstudenten beschikbaar stellen en extra stageplaatsen aanbieden. Dat lijkt me een goede stimulans.”
Worden Nederlandse studenten niet afgeschrikt door bedrijven die net zo lief een goedkope Chinees hierheen halen voor technisch werk? Ze moeten met de hele wereld concurreren…
“Dat zou hen juist extra moeten motiveren! Laat ze zorgen dat zijzelf die baan verdienen en zorgen dat ze eruit springen. Zelf ging ik naast mijn opleiding geschiedenis ook rechten studeren en zat ik in de gemeenteraad. Want het was me allang duidelijk dat die geschiedenisstudenten niet allemaal leraar konden worden.”
Studenten konden toen makkelijk wat langer over een opleiding te doen. Er was bijvoorbeeld geen langstudeerboete.
“Toen ik studeerde kregen alleen studenten van ‘minvermogende’ ouders een beurs. Ik moest mijn eigen geld verdienen.Het is onduidelijk hoe het na de verkiezingen verder gaat: als de langstudeerboete verdwijnt, komt er misschien een sociaal leenstelsel, waardoor studenten meer zelf moeten betalen. Studenten moeten zich desondanks niet laten weerhouden om dingen naast hun opleiding te doen.”
Was u eigenlijk verrast toen het CDA afstand nam van de langstudeerboete die uw kabinet heeft ingevoerd?
“Het zou vreemd zijn als een partij niet van standpunt kon veranderen. Nu heeft het CDA gezegd dat het geld van de boete niet nodig is. De partij maakt andere keuzes en daar staat zij voor. Ik onderschrijf natuurlijk de ideeën van het CDA.”
Maar het CDA wil onderwijsinstellingen wel de mogelijkheid bieden hogere collegegelden te heffen.
“Daarover zou je anderen vragen moeten stellen. Ik sta niet op de kandidatenlijst.”
Het Nederlandse hoger onderwijs doet het internationaal gezien bijzonder goed. Waarom moeten studenten dan eigenlijk meer gaan betalen?
“Het Nederlandse hoger onderwijs is inderdaad goed en we zijn nu een van de meest welvarende landen te wereld. Maar die welvaart is niet vanzelfsprekend. We willen niet voor niets tot de wereldwijde top 5 van kenniseconomieën doordringen. Daar komt bij dat we meer technisch geschoolde mensen nodig hebben, anders gaan bedrijven net zo lief naar een ander land. Je moet ervoor zorgen dat ze graag naar Nederland komen. We willen meer rendement halen uit onderwijs en onderzoek door te investeren en door het bedrijfsleven erbij te betrekken. Het kabinet Rutte-Verhagen geeft 700 miljoen euro meer uit aan onderzoek dan het vorige kabinet in 2008.”
Maar de aardgasbaten die vanaf 2009 werden geïnvesteerd in onderzoek zijn alweer ongedaan gemaakt.
“We geven nu minder directe subsidies. Liever stimuleren we bedrijven met belastingvoordeel om in onderzoek te investeren. Want daarin loopt Nederland echt nog achter: het bedrijfsleven besteedt hier minder geld aan innovatie dan elders.”